ECLI:NL:RBDHA:2024:14522 - Rechtbank Den Haag - 11 september 2024
Uitspraak
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/12455
[verzoeker], uit Burgum, verzoeker
V-nummer: [vnummer] (gemachtigde: mr. S. Selbach),
en
de minister van Asiel en Migratie.
Inleiding
1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de afwijzing van de aanvraag van verzoeker. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
1.1. Omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting. Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De voorzieningenrechter legt hierna uit waarom het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is.
1.2. Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 11 juli 2024 buiten behandeling gesteld. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Toetsingskader
2. Iemand die een verzoek om voorlopige voorziening indient, moet griffierecht betalen.
Heeft verzoeker het griffierecht tijdig betaald?
2.1. De griffier heeft verzoeker bij aangetekende brief van 10 augustus 2024 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen twee weken moet zijn voldaan. Verzoeker heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de aangetekend verzonden brief op 13 augustus 2024 om 11:26 uur is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
2.2. Verzoeker heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Conclusie en gevolgen
3. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk beoordeelt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Beslissing
De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van B.A. van der Wiel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Dit is geregeld in artikel 8:82 van de Awb in samenhang met artikel 8:41 van de Awb.