ECLI:NL:RBAMS:2025:5101 - Loonopschorting terecht bij onvoldoende onderbouwing voor weigering contact - 9 juli 2025
Uitspraak
Essentie
De rechtbank wijst een loonvordering af omdat de werkneemster onvoldoende heeft onderbouwd waarom zij niet kon reageren op contactverzoeken van haar werkgever en de arbodienst. Het loon werd terecht opgeschort, omdat zij haar stelling dat ze te ziek was om te reageren niet aannemelijk heeft gemaakt.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
RECHTBANK AMSTERDAM
Civiel recht Kantonrechter
Zaaknummer: 11715235 \ KK EXPL 25-334
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding van 9 juli 2025
in de zaak van
[eiseres], wonende te [woonplaats] , eiseres, hierna te noemen: [eiseres] , advocaat-gemachtigde: mr. S. Storch,
tegen
de stichting STICHTING ACCURAAT BEGELEID WONEN, gevestigd te Amsterdam, gedaagde, hierna te noemen: Accuraat Begeleid Wonen, advocaat-gemachtigde: mr. L.M. Ravestijn.
1 De mondelinge behandeling
Op 9 juli 2025 zijn voor mr. M.W. van der Veen, kantonrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, ter zitting verschenen:
-
[eiseres] met mr. Storch;
-
aan de zijde van Accuraat Begeleid Wonen: [naam] , directeur, met mr. Ravestijn.
Partijen hebben vragen van de kantonrechter beantwoord en hun standpunten mede aan de hand van spreekaantekeningen toegelicht.
De kantonrechter sluit de behandeling van de zaak en deelt partijen mee dat zij mondeling uitspraak zal doen.
De kantonrechter doet de volgende uitspraak.
2 Gronden van de beslissing
2.1. [eiseres] is op grond van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde duur van 7 maanden van 13 februari 2024 tot en met 12 september 2024 in dienst geweest van Accuraat Begeleid Wonen. [eiseres] heeft op 28 mei 2024 de werkplek verlaten. Bij brief van 18 juni 2024 heeft Accuraat Begeleid Wonen aan [eiseres] geschreven dat zij sinds 28 mei 2024 niet meer van [eiseres] had vernomen en haar verzocht zo spoedig mogelijk contact op te nemen bij gebreke waarvan het loon zal worden opgeschort. Op 2 augustus 2024 heeft een medewerker van arbodienst ProffitPlan een bezoek gebracht aan de woning van [eiseres] . Omdat deze medewerker [eiseres] niet aantrof, heeft zij een brief achtergelaten met daarin het verzoek om op 2 augustus 2024 contact op te nemen op het in die brief vermelde telefoonnummer. Dat heeft [eiseres] niet gedaan. Bij brief van 9 augustus 2024 heeft Accuraat Begeleid Wonen [eiseres] aangezegd de arbeidsovereenkomst niet te zullen verlengen.
2.2. [eiseres] vordert, samengevat, Accuraat Begeleid Wonen te veroordelen tot betaling van € 6.705,43 aan achterstallig salaris vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente, de arbeidsovereenkomst te verstrekken en betaling van € 793,22 aan buitengerechtelijke incassokosten, een en ander met veroordeling van Accuraat Begeleid Wonen in de proceskosten. [eiseres] voert aan dat zij vanaf 28 mei 2024 ziek was en dus recht had op loon tot aan het einde van de tijdelijke arbeidsovereenkomst.
2.3. Geoordeeld wordt dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft. Weliswaar ligt er veel tijd tussen het eindigen van de arbeidsovereenkomst en het instellen van de loonvordering, maar [eiseres] heeft uitgelegd waarom dat zo was en ook dat er tussen partijen een lang onderhandelingstraject is geweest.
2.4. De vraag is of het loon op 18 juni 2024 terecht is opgeschort. [eiseres] is vanaf 28 mei 2024 niet meer op het werk verschenen. Op enig moment, wanneer [eiseres] zich precies heeft ziekgemeld is voor de beoordeling van dit geschil niet relevant, was het voor Accuraat Begeleid Wonen duidelijk dat [eiseres] niet meer op het werk verscheen wegens ziekte en dat die ziekte er al was op 28 mei 2024. Op 18 juni 2024 heeft Accuraat Begeleid Wonen aan [eiseres] schriftelijk meegedeeld dat het loon zal worden opgeschort en haar gevraagd contact op te nemen en dat tot die tijd het loon zal worden opgeschort. Het loon is op dat moment terecht opgeschort.
2.5. [eiseres] stelt dat zij vanaf 28 mei 2024 ziek was. Zij erkent dat haar is gevraagd om te reageren, maar stelt dat zij dat niet kon, omdat ze daar te ziek voor was. [eiseres] stelt nare dingen te hebben meegemaakt op het werk en zij wilde niet meer in contact komen met Accuraat Begeleid Wonen. Zij heeft haar huisarts geraadpleegd en is in therapie gegaan, aldus [eiseres] . Mocht komen vast te staan dat [eiseres] zo ziek was, dat zij het niet kon opbrengen om te reageren, dan kan het zo zijn dat de opschorting van het loon komt te vervallen en zou achteraf kunnen blijken dat zij recht heeft op loon. Daarvoor is wel nodig dat [eiseres] zowel voldoende kan onderbouwen dat ze niet kon reageren op het verzoek van Accuraat Begeleid Wonen om in contact te komen en ook niet op het verzoek van de arbodienst om contact op te nemen. Hier heeft de kantonrechter sterke twijfels over. [eiseres] heeft desgevraagd verklaard dat zij dacht niet meer te hoeven reageren op het bericht van de arbodienst, omdat zij dat bericht dusdanig laat had gezien dat het niet meer lukte om binnen 24 uur dan wel dezelfde dag te reageren. [eiseres] had echter moeten begrijpen dat zij ook buiten de korte termijn die haar gegeven was contact had moeten opnemen met de arbodienst. [eiseres] heeft geen goede onderbouwing gegeven waarom zij niet heeft gereageerd op het verzoek van Accuraat Begeleid Wonen en op dat van de arbodienst om contact op te nemen. De vordering tot betaling van achterstallig salaris zal daarom worden afgewezen.
2.6. Accuraat Begeleid Wonen stelt de arbeidsovereenkomst al aan [eiseres] te hebben verstrekt, maar heeft ter zitting toegezegd de arbeidsovereenkomst binnen een week aan [eiseres] te zullen verstrekken. De kantonrechter gaat ervan uit dat Accuraat Begeleid Wonen deze toezegging zal nakomen. Dit onderdeel van de vordering zal daarom bij gebrek aan belang worden afgewezen.
2.7. Artikel 7:629a lid 6 Burgerlijke Wetboek (BW) bepaalt dat de werknemer ter zake van een vordering tot doorbetaling van loon bij ziekte slechts in de kosten van de werkgever wordt veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Hiervan is niet gebleken. De proceskosten zullen dan ook worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
3 De beslissing
3.1. weigert de gevraagde voorzieningen,
3.2. compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. M.W. van der Veen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Hiervan is dit proces-verbaal opgemaakt.