ECLI:NL:OGHACMB:2025:238 - Hof bevestigt ontslag op staande voet na seksuele intimidatie op werkplek - 30 september 2025
Uitspraak
Essentie
Het Gemeenschappelijk Hof oordeelt dat een chef-kok die een collega bij haar geslachtsdeel vastpakt, terecht op staande voet is ontslagen. Zelfs als het incident een half jaar voor de ontdekking plaatsvond, levert dit een dringende reden op die het ontslag rechtvaardigt.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Burgerlijke zaken over 2025
Zaaknummers: CUR202400691 – CUR2025H00036
Uitspraak: 30 september 2025
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak van:
[WERKNEMER], wonende in Curaçao, in eerste aanleg verzoeker, thans appellant, gemachtigde: mr. S.I. Da Costa Gomez,
tegen
de besloten vennootschap MARLOTTE B.V., handelende onder de naam Serafina Restaurant, gevestigd in Curaçao, in eerste aanleg verweerster, thans geïntimeerde, gemachtigde: mr. K.D. Keijzer.
Partijen worden hierna [werknemer] en Serafina Restaurant genoemd.
1 De zaak in het kort
[werknemer] was chef-kok bij Serafina Restaurant. Hij is op staande voet ontslagen. Volgens Serafina Restaurant heeft zij aan dit ontslag ten grondslag gelegd dat [werknemer] een keukenmedewerkster had vastgepakt bij haar geslachtsdeel. In dit geding heeft [werknemer] nietigverklaring van het ontslag en loondoorbetaling verzocht, onder meer op de grond dat het incident volgens hem niet heeft plaatsgehad. Het Gerecht heeft zijn verzoeken afgewezen. In dit hoger beroep bevestigt het Hof die beslissing.
2 Het verloop van de procedure
2.1 Bij op 25 februari 2025 ingekomen beroepschrift, met producties, is [werknemer] in hoger beroep gekomen van de tussen partijen gegeven en op 14 januari 2025 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht). Hierbij heeft [werknemer] één grief tegen de beschikking aangevoerd en toegelicht. Zijn conclusie strekt ertoe dat het Hof de beschikking zal vernietigen en zijn verzoeken alsnog zal toewijzen, kosten rechtens.
2.2 Bij op 29 juli 2025 ingekomen verweerschrift in hoger beroep, met producties, heeft Serafina Restaurant de grief bestreden.
2.3 De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgehad op 19 augustus 2025. [werknemer] is verschenen met zijn gemachtigde. Namens Serafina Restaurant is [bestuurder werkgever] verschenen, bestuurder, met de gemachtigde van Serafina Restaurant. Allen hebben het woord gevoerd en vragen van het Hof beantwoord. De gemachtigde van Serafina Restaurant heeft zich bediend van een pleitnota, waarvan zij exemplaren heeft overgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling is een filmpje getoond dat ook op een usb-stick staat die Serafina Restaurant in het geding heeft gebracht als productie 3 bij verweerschrift in eerste aanleg.
2.4 Beschikking is bepaald op vandaag.
3 De beoordeling
3.1 [ [werknemer] heeft toelating verzocht om in hoger beroep kosteloos te procederen en daartoe een bewijs van onvermogen en een verklaring van kosteloze rechtsbijstand overgelegd, beide van 25 februari 2024. Deze stukken hebben betrekking op het geding in eerste aanleg en niet op het geding in hoger beroep. Omdat [werknemer] in eerste aanleg in het ongelijk is gesteld, heeft hij voor toelating om in hoger beroep kosteloos te procederen een nieuw bewijs van onvermogen nodig (zie art. 880 lid 1 Rv). [werknemer] heeft dat niet heeft overgelegd. Daarom verleent het Hof de gevraagde toelating niet.
Feiten
3.2 Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.2.1 In 2015 is [werknemer] in dienst getreden bij Serafina Restaurant. In 2023 werkte hij daar als chef-kok. Zijn loon bedroeg NAf 3.591,97 bruto per maand.
3.2.2 Begin juni 2023 heeft [bestuurder werkgever], bestuurder van Serafina Restaurant (hierna: [bestuurder werkgever]) [werknemer] met vakantie gestuurd.
3.2.3 Op 19 juni 2023 zijn de volgende Whatsapp-berichten gewisseld tussen [werknemer] en [bestuurder werkgever]:
10:22 am [werknemer]: Awo bondia sintimi stress free mi tei sende awee 12:07 pm [werknemer]: Min ta eens ku e koi masha paso Ba bisami tuma 2 siman pami kita mi stress i pensa ki mi ke hasi ku serafina ma pensa e koi bon i mi ke pabo luga krese mas pesei mi di mi ta bin awe 12:42 pm [bestuurder werkgever]: Mi a purba varios bia kubo greg Mi tin ku sigui 1:37 pm [werknemer]: Si pero bo mes a bisami un kos awo bo ta bel mi bisami otro kos awoki
Vrij vertaald door het Hof:
10:22 am [werknemer]: Goedemorgen ik voel mij stressvrij ik ben er vandaag weer helemaal bij 12:07 pm [werknemer]: Ik ben het er niet helemaal mee eens omdat Je mij hebt gezegd om 2 weken te nemen om van mijn stress af te komen en om na te denken over wat ik wil doen met serafina ik heb er goed over nagedacht en ik wil dat je zaak verder groeit daarom heb ik gezegd dat ik vandaag kom 12:42 pm [bestuurder werkgever]: Ik heb het verschillende keren met je geprobeerd greg Ik moet verder 1:37 pm [werknemer]: Ja maar je hebt me zelf iets gezegd en nu bel je me en zeg je me iets anders
3.2.4 Op 19 juni 2023 tussen 10.22 uur ’s ochtends en 12.07 uur ’s middags heeft [bestuurder werkgever] [werknemer] telefonisch op staande voet ontslagen.
3.2.5 Op 19 oktober 2023 heeft [bestuurder werkgever] een telefoongesprek van 16 minuten en 30 seconden met [werknemer] gevoerd.
Verzoeken
3.3 In dit geding heeft [werknemer] verzocht, verkort weergegeven: nietigverklaring van het ontslag en loondoorbetaling met wettelijke verhoging en wettelijke rente.
3.4 Serafina heeft een zelfstandig tegenverzoek gedaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder ontslagvergoeding.
Beslissingen van het Gerecht
3.5 Bij deelbeschikking van 30 april 2024 heeft het Gerecht een bewijsopdracht aan [werknemer] verstrekt en de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang ontbonden zonder een ontslagvergoeding toe te kennen.
3.6 Bij de bestreden eindbeschikking van 14 januari 2025 heeft het Gerecht de verzoeken van [werknemer] afgewezen.
3.7 Aan de afwijzing van de verzoeken van [werknemer] heeft het Gerecht, verkort weergegeven, de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.
3.7.1 [ [bestuurder werkgever] heeft opgemerkt dat de sfeer in de keuken was veranderd. Daardoor kreeg hij het vermoeden dat er wat aan de hand was. Om die reden heeft hij [werknemer] met vakantie gestuurd. Daarna heeft [bestuurder werkgever] camerabeelden bekeken. Daarop zag hij dat [werknemer] een keukenmedewerkster vastpakte bij haar geslachtsdeel (hierna: het incident). Direct daarna heeft [bestuurder werkgever] [werknemer] op staande voet ontslagen. Het ontslag is dus onverwijld gegeven, te weten direct nadat Serafina Restaurant op de hoogte is geraakt van het incident (2.6).
3.7.2 [ [werknemer] heeft niet betwist dat het incident heeft plaatsgehad. Hij heeft aangevoerd dat het op een eerder moment heeft plaatsgehad dan waarvan Serafina Restaurant is uitgegaan. Wanneer het incident precies heeft plaatsgehad, kan echter in het midden blijven. Het incident levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet. Dit klemt te meer nu [werknemer] zich al eerder schuldig had gemaakt aan ongewenste intimiteiten en hij diverse kansen heeft gehad om zijn gedrag te verbeteren (2.8).
3.7.3 Het ontslag op staande voet is dus rechtsgeldig gegeven. De verzoeken van [werknemer] stuiten daarop af (2.9).
Beoordeling door het Hof
3.8 In hoger beroep heeft [werknemer] het volgende betoogd, verkort weergegeven. Het incident heeft in het geheel niet plaatsgehad, ook niet in december 2022. De reden waarom [bestuurder werkgever] [werknemer] met vakantie heeft gestuurd, was niet een vermoeden dat er wat aan de hand was in de keuken, maar stress bij [werknemer] als gevolg van overbelasting op het werk. [bestuurder werkgever] heeft geen camerabeelden van het incident bekeken, want die zijn er niet. In het telefoongesprek van 19 juni 2023 heeft Serafina Restaurant niet het incident ten grondslag gelegd aan het ontslag, maar onvoldoende functioneren (veroorzaakt door te veel stress op de werkplek), dezelfde reden als waarom [werknemer] met vakantie was gestuurd. In het telefoongesprek van 19 oktober 2023 heeft [bestuurder werkgever] [werknemer] verzocht om weer te komen werken. [werknemer] had een goede verstandhouding met de keukenmedewerkster en heeft die nog steeds. Dit laatste blijkt uit een vriendelijk antwoord van de keukenmedewerkster op een whatsapp-bericht van [werknemer].
3.9 Serafina Restaurant heeft een gang van zaken gesteld zoals het Gerecht die in 2.6 van de bestreden eindbeschikking heeft omschreven en aangenomen. In hoger beroep heeft Serafina Restaurant nog het volgende gesteld. Het incident heeft in december 2022 plaatsgehad. Toen werkte de keukenmedewerkster nog bij Serafina. Eind december 2022 is zij plotseling vertrokken bij Serafina Restaurant. [bestuurder werkgever] en [manager werkgever], manager bij Serafina Restaurant (hierna: [manager werkgever]) hebben in juni 2023 tijdens de vakantie van [werknemer] opnamen bekeken. Die bestonden uit zowel beeld als geluid. In juni 2023 waren de opnamen nog beschikbaar. Daarna zijn ze verloren gegaan, omdat ze automatisch zijn gewist uit de cloud. Serafina heeft haar stellingen onderbouwd met schriftelijke verklaringen van [bestuurder werkgever] en van [manager werkgever] en met een filmpje van een mondelinge verklaring van de keukenmedewerkster, voorzien van een transcriptie daarvan (een vrije vertaling van het Spaans in het Nederlands).
3.10 De schriftelijke verklaringen van [bestuurder werkgever] en [manager werkgever] en de verklaring van de keukenmedewerkster in het filmpje zijn gedetailleerd en onderling consistent. Zij houden in dat zij het incident op de videobeelden hebben gezien, dat het incident aan het ontslag ten grondslag is gelegd en dat [werknemer] het incident niet heeft ontkend. Onder 5 van het inleidend verzoekschrift heeft [werknemer] doen aanvoeren dat het gestelde incident aan het ontslag ten grondslag is gelegd. In het inleidend verzoekschrift (en in een op 9 augustus 2023 gedateerde brief waarin [werknemer] de nietigheid van het ontslag inroept) heeft [werknemer] weliswaar aangevoerd dat er geen dringende reden voor ontslag was, maar niet dat het incident niet heeft plaatsgehad of dat het niet aan het ontslag ten grondslag is gelegd. Het Gerecht heeft onder 4.11 van de beschikking van 30 april 2024 overwogen dat [werknemer] ter zitting heeft erkend dat hij de keukenmedewerkster in haar kruis heeft vastgepakt. Bij de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft [werknemer] verklaard dat hij op de beschuldiging ‘ja’ heeft gezegd. Dat was volgens hem omdat hij de opnamen wilde zien. Naar het oordeel van het Hof is dat geen logische reden om ‘ja’ te zeggen. Bij memorie van grieven heeft [werknemer] niet aangevoerd dat het incident niet aan het ontslag ten grondslag is gelegd; dat heeft hij pas bij de mondelinge behandeling in hoger beroep aangevoerd. Het is in strijd met zijn standpunt in het inleidend verzoekschrift. Bij de mondelinge behandeling in hoger beroep hebben [werknemer] en zijn gemachtigde eerst verklaard dat [werknemer] een flirterige verhouding met de keukenmedewerkster had, maar daarna dat dit niet zo was.
3.11 [ [bestuurder werkgever] heeft verklaard dat hij [werknemer] in het telefoongesprek van 19 oktober 2023 niet heeft gevraagd om weer te komen werken. Volgens [bestuurder werkgever] was de aanleiding voor het gesprek dat de vader van [werknemer] vrij kort voordien was overleden en is het gesprek alleen daarover gegaan. [werknemer] heeft bevestigd dat zijn vader kort voor dat telefoongesprek was overleden. Dat kan verklaren waarom het telefoongesprek tamelijk lang heeft geduurd.
3.12 Het antwoord van de keukenmedewerkster op het whatsappbericht van [werknemer] is ongedateerd en inhoudelijk weinigzeggend.
3.13 De omstandigheid dat video- en geluidsopnamen van een incident uit december 2022 wel nog beschikbaar waren in juni 2023, maar daarna niet meer, roept op zichzelf vragen op. Tegenover hetgeen hiervoor onder 3.10-3.12 is overwogen, is dat echter van onvoldoende gewicht.
3.14 Slotsom is dat [werknemer] tegenover hetgeen Serafina Restaurant heeft gesteld en onderbouwd, onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat het incident niet heeft plaatsgehad en niet ten grondslag is gelegd aan het ontslag op staande voet. Het Hof neemt daarom aan dat het incident wel heeft plaatsgehad en ook ten grondslag is gelegd aan het ontslag op staande voet.
3.15 Het incident levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet. Een werkgever hoeft niet te tolereren dat een werknemer een andere werknemer onder werktijd op de werkplek tegen haar wil vastpakt bij haar geslachtsdeel. Dat is in hoger beroep ook niet bestreden. Het geldt ook als het incident een half jaar voor het ontslag heeft plaatsgehad. Dat doet op zichzelf geen enkele afbreuk aan de ernst van het incident.
3.16 Uit het voorgaande volgt ook dat het Hof aanneemt dat Serafina Restaurant als werkgever niet eerder dan tijdens de vakantie van [werknemer] in juni 2023 heeft ontdekt dat het incident heeft plaatsgehad en dat het incident als reden is genoemd bij het op 19 juni 2023 gegeven ontslag. Daarmee is de reden onverwijld aan [werknemer] medegedeeld in de zin van art. 7A:1615o lid 1 BW.
3.17 Op grond van het voorgaande verenigt het Hof zich met het oordeel van het Gerecht dat het ontslag op staande voet geldig is. De beschikking waarvan beroep dient daarom te worden bevestigd. [werknemer] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
bevestigt de beschikking waarvan beroep;
veroordeelt [werknemer] in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van Serafina Restaurant gevallen en tot op heden begroot op Cg 6.000,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.C.C. Lewin, E.M. van der Bunt en C.J.H.G. Bronzwaer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 30 september 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.