Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1458 - Hoge Raad - 3 oktober 2025

Arrest

ECLI:NL:HR:2025:14583 oktober 2025

Rechtsgebieden

Civiel RechtVerbintenissenrecht

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 24/03915 Datum 3 oktober 2025

ARREST

In de zaak van

  1. [eiser 1] ,

wonende te [plaats] ,

  1. JKS HOLDING B.V.,

gevestigd te Amsterdam ,

  1. STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR D.E.M. ,

gevestigd te Haarlem ,

  1. DEUS EX MACHINA ( D.E.M. ) B.V.,

gevestigd te Haarlem , EISERS tot cassatie, hierna gezamenlijk: DEM c.s., advocaten: B.T.M. van der Wiel en A. Stortelder,

tegen

  1. [de maatschap],

gevestigd te [plaats] ,

  1. [verweerster 2] B.V.,

gevestigd te [plaats] ,

  1. [verweerster 3] B.V.,

gevestigd te [plaats] ,

  1. [verweerster 4] B.V.,

gevestigd te [plaats] , VERWEERSTERS in cassatie, hierna gezamenlijk: [verweersters], advocaat: J.H.M. van Swaaij.

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. de vonnissen in de zaak C/13/707165 / HA ZA 21-813 van de rechtbank Amsterdam van 19 januari 2022 en 20 april 2022; b. het arrest in de zaak 200.313.920/01 van het gerechtshof Amsterdam van 23 juli 2024. DEM c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. [verweersters] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend. De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor DEM c.s. mede door V.R. van der Borg. De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaten van DEM c.s. hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt DEM c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweersters] begroot op € 873,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien DEM c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren A.E.B. ter Heide en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 3 oktober 2025.