Terug naar bibliotheek
Hoge Raad
ECLI:NL:HR:2025:1342 - Hoge Raad past artikel 80a RO toe in belastingzaak - 19 september 2025
Arrest
ECLI:NL:HR:2025:1342•19 september 2025
Essentie
De Hoge Raad verklaart een beroep in cassatie niet ontvankelijk met toepassing van artikel tachtig-a Wet op de rechterlijke organisatie. De cassatieklachten tegen de uitspraak van het gerechtshof over een aanslag inkomstenbelasting konden naar het oordeel van de Hoge Raad duidelijk niet slagen, waardoor een nadere motivering achterwege blijft.
Formele relaties
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer25/00951
Datum19 september 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende),
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 22 april 2025, nr. 24/1927[1] , op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 23/566) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2021 opgelegde aanslag in de inkomstenbelastingbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, en de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.P.J. van Kampen, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2025.
ECLI:NL:GHAMS:2025:1159. - - - ## Voetnoten