ECLI:NL:HR:2024:915
Arrest
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 23/04122 Datum 21 juni 2024
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker], wonende te [woonplaats], België, VERZOEKER tot cassatie, hierna: [verzoeker], advocaat: Y.E.J. Geradts,
tegen
1. B.G. ARENDS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [verzoeker],
kantoorhoudende te Eindhoven, VERWEERDER in cassatie hierna: de Curator, advocaat: M.A.J.G. Janssen,
2. O.B.J. POORTHUIS,
kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
3. P.R. DEKKER,
kantoorhoudende te Rosmalen, beiden in hun hoedanigheid van curatoren in de faillissementen van 2SQR Holding B.V., Accessio Beheer B.V. en andere vennootschappen,
4. G. TE BIESEBEEK, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van 2SQR Participatiemaatschappij B.V. en een andere vennootschap,
kantoorhoudende te Helmond,
5. R.C.M. MICHIELSEN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [de b.v.] en als vereffenaar van Onki Vastgoed B.V. in liquidatie,
kantoorhoudende te Uden,
6. ACCESSIO INVESTMENT B.V.,
gevestigd te Schaijk, VERWEERDERS in cassatie, hierna gezamenlijk: de belanghebbenden, advocaat: B.I. Kraaipoel.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. de beschikking in de zaak FT RK 18/308 C/O1/16/507 F van de rechter-commissaris in de rechtbank Oost-Brabant van 1 augustus 2023; b. de beschikking in de zaak C/O1/16/507 F van de rechtbank Oost-Brabant van 11 oktober 2023. [verzoeker] heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld. De Curator en de belanghebbenden hebben ieder afzonderlijk verzocht het beroep te verwerpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [verzoeker] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 21 juni 2024.