Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 23/02289 Datum 7 juni 2024

ARREST

In de zaak van

1. J.E.P.A. VAN HOOFF q.q.,

kantoorhoudende te Amsterdam,

2. D.D. NIJKAMP q.q.,

kantoorhoudende te Amsterdam, EISERS tot cassatie, hierna: de curatoren, advocaat: W.H. van Hemel,

tegen

[verweerster] GMBH, gevestigd te [vestigingsplaats], Oostenrijk, VERWEERSTER in cassatie, hierna: [verweerster], advocaat: J.H.M. van Swaaij.

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. het vonnis in de zaak C/13/694511/HA ZA 20-1252 van de rechtbank Amsterdam van 8 december 2021; b. de rolbeslissingen in de zaak 200.318.182/01 van het gerechtshof Amsterdam van 1 november 2022 en 7 december 2022. De curatoren hebben tegen de rolbeslissingen van het hof beroep in cassatie ingesteld. [verweerster] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend. De zaak is voor [verweerster] toegelicht door haar advocaat en mede door R.J. ter Rele. De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de rolbeslissingen van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de rolbeslissingen. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt de curatoren in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien de curatoren deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 7 juni 2024.