Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Tweede afdeling. Van de gevolgen der faillietverklaring
Artikel 28

Artikel 28 (Schorsing rechtsvordering curator faillissement)

Laatste versie

1. Indien de rechtsvordering tijdens de faillietverklaring aanhangig en tegen de schuldenaar ingesteld is, is de eiser bevoegd schorsing te verzoeken, ten einde, binnen een door de rechter te bepalen termijn, de curator in het geding te roepen.

2. Door zijn verschijning neemt deze het proces over en is de gefailleerde van rechtswege buiten het geding.

3. Indien de curator verschijnende dadelijk in de eis toestemt, zijn de proceskosten van de tegenpartij geen boedelschuld.

4. Zo de curator niet verschijnt, is op het tegen de gefailleerde te verkrijgen vonnis de bepaling van het tweede lid van artikel 25 niet toepasselijk.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien de rechtsvordering tijdens de faillietverklaring aanhangig en tegen de schuldenaar ingesteld is, is de eiser bevoegd schorsing te verzoeken, ten einde, binnen een door de rechter te bepalen termijn, de curator in het geding te roepen.

Dit betekent dat als er een juridische procedure (rechtsvordering) loopt (aanhangig is) tegen de schuldenaar op het moment dat deze failliet wordt verklaard (tijdens de faillietverklaring), de persoon die de procedure is gestart (de eiser) het recht (bevoegd) heeft om de rechter te vragen de procedure tijdelijk stop te zetten (schorsing te verzoeken). Het doel (ten einde) hiervan is om de curator, binnen een door de rechter vastgestelde periode (termijn), op te roepen om deel te nemen aan de procedure (in het geding te roepen).

2. Door zijn verschijning neemt deze het proces over en is de gefailleerde van rechtswege buiten het geding.

Dit houdt in dat wanneer de curator in de procedure verschijnt (door zijn verschijning), de curator de rechtszaak (het proces) overneemt. De failliet verklaarde persoon (de gefailleerde) is dan automatisch, op grond van de wet (van rechtswege), geen partij meer in de procedure (buiten het geding).

3. Indien de curator verschijnende dadelijk in de eis toestemt, zijn de proceskosten van de tegenpartij geen boedelschuld.

Dit betekent dat als de curator verschijnt en onmiddellijk (dadelijk) instemt met de vordering (in de eis toestemt), de kosten die de andere partij (tegenpartij) voor de procedure heeft gemaakt (proceskosten) niet als een schuld van de failliete boedel (boedelschuld) worden beschouwd.

4. Zo de curator niet verschijnt, is op het tegen de gefailleerde te verkrijgen vonnis de bepaling van het tweede lid van artikel 25 niet toepasselijk.

Dit houdt in dat als (zo) de curator niet in de procedure verschijnt, de regel (bepaling) uit het tweede lid van artikel 25 niet van toepassing is op het vonnis dat tegen de failliet verklaarde persoon (gefailleerde) wordt verkregen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:675 - Schorsing geding bij faillissement: de invloed van de Borgers-reactie - 20 maart 2014

ECLI:NL:HR:2014:67520 maart 2014Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een geding is niet aan de invloed van partijen onttrokken zolang de termijn voor een reactie op de conclusie van de A-G (art. 44 lid 3 Rv) nog loopt. Daarom is art. 30 Fw niet van toepassing en wordt het geding bij faillissement geschorst.

Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:372 - Parket bij de Hoge Raad - 4 april 2024

ECLI:NL:PHR:2024:3724 april 2024Dit wetsartikel wordt 17 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1917 - Hoor en wederhoor prevaleert bij door hof veroorzaakte processuele onduidelijkheid - 5 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:19175 december 2019Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak

Een hof dat ten onrechte oordeelt dat een procedure is geschorst wegens faillissement, schendt het beginsel van hoor en wederhoor als het later grieven behandelt zonder de wederpartij, die door de schorsing geen verweer voerde, alsnog die gelegenheid te bieden.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Insolventierecht
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:ZC2052 - Hoge Raad - 25 april 1996

ECLI:NL:HR:1996:ZC205225 april 1996Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY4558 - Gefailleerde geen partij bij schikking curator onder artikel 67 Fw - 14 maart 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY455814 maart 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De gefailleerde is geen 'partij' in de zin van artikel 67 Fw en kan daarom geen hoger beroep instellen tegen een beschikking van de rechter-commissaris die de curator toestaat een schikking te treffen. De curator handelt in het belang van de boedel, niet van de gefailleerde.

Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:887 - Gevolgen faillissement tijdens cassatieprocedure bij gemengde vorderingen - 8 juni 2023

ECLI:NL:HR:2023:8878 juni 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt de procedurele gevolgen van een faillissement dat intreedt vóór de conclusie van de A-G. Het geding wordt van rechtswege geschorst voor vorderingen die voldoening van verbintenissen uit de boedel beogen (art. 29 Fw). Dit geldt ook voor samenhangende verklaringen voor recht.

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY4555 - Gefailleerde geen 'partij' bij goedkeuring schikking door rechter-commissaris - 14 maart 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY455514 maart 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De gefailleerde wordt niet aangemerkt als 'partij' in de zin van artikel 67 Fw en kan daarom geen hoger beroep instellen tegen een beschikking van de rechter-commissaris die de curator toestemming verleent een schikking te treffen. De curator handelt uitsluitend in het belang van de boedel.

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY4559 - Faillissement: gefailleerde geen partij bij schikking door curator - 14 maart 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY455914 maart 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De gefailleerde is geen belanghebbende 'partij' in de zin van artikel 67 Fw en kan geen hoger beroep instellen tegen een beschikking van de rechter-commissaris die de curator toestaat een schikking te treffen. De curator behartigt immers uitsluitend het belang van de boedel, niet dat van de gefailleerde.

Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2132 - Rechtbank Amsterdam - 13 maart 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:213213 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:23 - Hoge Raad - 11 januari 2024

ECLI:NL:HR:2024:2311 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak