ECLI:NL:HR:2023:140
Arrest
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/04853 Datum 3 februari 2023
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats], EISERES tot cassatie, hierna: [eiseres], advocaten: F.I. van Dorsser en J. den Hoed,
tegen
CAGE CAPITAL 1 GMBH, gevestigd te Frankfurt am Main, Duitsland, VERWEERSTER in cassatie, hierna: Cage, advocaat: P.A. Fruytier.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. de vonnissen in de zaak C/13/660418 / HA ZA 19-83 van de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2019 en 29 januari 2020; b. het arrest in de zaak 200.284.616/01 van het gerechtshof Amsterdam van 24 augustus 2021. [eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Cage heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend. De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor Cage mede door L.M. van Ringelestijn. De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Cage begroot op € 845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 3 februari 2023.