Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 21/04864 Datum 2 december 2022

ARREST

In de zaak van

[eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, hierna: [eiser], advocaat: K. Aantjes,

tegen

BMW FINANCIAL SERVICES B.V., gevestigd te Rijswijk, VERWEERSTER in cassatie, hierna: BMW Financial Services, niet verschenen.

1 Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. de vonnissen in de zaak C/09/545776 / HA ZA 18-33 van de rechtbank Den Haag van 26 juni 2019 en 12 februari 2020; b. het arrest in de zaak 200.278.343/01 van het gerechtshof Den Haag van 7 september 2021. [eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Tegen BMW Financial Services is verstek verleend. De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat. De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van BMW Financial Services begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 2 december 2022.