Artikel 166 (Groepsaansprakelijkheid onrechtmatige daad)
1. Indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.
2. Zij moeten onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding bijdragen, tenzij in de omstandigheden van het geval de billijkheid een andere verdeling vordert.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.
Dit lid stelt dat wanneer een persoon, die deel uitmaakt van een groep, onrechtmatig schade toebrengt, en de kans dat op deze wijze schade zou worden toegebracht deze personen had moeten weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn. Dit is het geval indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.
2. Zij moeten onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding bijdragen, tenzij in de omstandigheden van het geval de billijkheid een andere verdeling vordert.
Dit lid bepaalt dat de aansprakelijke personen onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding moeten bijdragen. Echter, als de billijkheid in de specifieke omstandigheden van het geval een andere verdeling vordert, kan van deze gelijke verdeling worden afgeweken.