ECLI:NL:HR:2021:1952
Arrest
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/02556
Datum 24 december 2021
ARREST
In de zaak van
[eigenaar woning],wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie, verweerster in het incidentele cassatieberoep,
hierna: [eigenaar woning],
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen
VERWEERDERS in cassatie, eisers in het incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: [makelaars],
advocaat: J. van Weerden.
de vonnissen in de zaak C/13/617795 / HA ZA 16-1098 van de rechtbank Amsterdam van 28 december 2016, 15 november 2017 en 13 december 2017;
het arrest in de zaak 200.231.377/01 van het gerechtshof Amsterdam van 19 mei 2020.
[eigenaar woning] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[makelaars] hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van zowel het principale als het incidentele cassatieberoep.
De advocaat van [eigenaar woning] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad: in het principale beroep:
Dit arrest is gewezen door de president G. de Groot als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 24 december 2021.