Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2020:534

Arrest

ECLI:NL:HR:2020:53427 maart 2020Deze uitspraak is in 1 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 19/02933

Datum27 maart 2020

BESCHIKKING

In de zaak van

[verzoeker],wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

hierna: [verzoeker],

advocaat: J.H. van Gelderen,

tegen

De publiekrechtelijke rechtspersoon met wettelijke taak de POLITIE,gevestigd te Den Haag,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: de Politie,

niet verschenen.

de beschikking in de zaak C/09/522574/HA RK 16-589 van de rechtbank Den Haag van 1 juni 2017;

de beschikking in de zaak 200.221.548/01 van het gerechtshof Den Haag van 26 maart 2019.

[verzoeker] heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De Politie heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

  • verwerpt het beroep;

  • veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Politie begroot op nihil.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 27 maart 2020.