Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2020:1792

Arrest

ECLI:NL:HR:2020:179213 november 2020Deze uitspraak is in 2 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 19/04703

Datum 13 november 2020

ARREST

In de zaak van

EISERS tot cassatie,

hierna gezamenlijk: [de eigenaars],

advocaat: R.T. Wiegerink,

tegen

[de buurman],wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

hierna: [de buurman],

advocaat: M.J. van Basten Batenburg.

de vonnissen in de zaak C/01/317026/HA ZA 17-75 van de rechtbank Oost-Brabant van 22 maart 2017 en 15 november 2017;

het arrest in de zaak 200.232.882/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 16 juli 2019.

[de eigenaars] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

[de buurman] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [de eigenaars] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 13 november 2020.