Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2019:508

Arrest

ECLI:NL:HR:2019:5085 april 2019Deze uitspraak is in 6 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

5 april 2019

Eerste Kamer

18/01521

TT/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiseres] ,gevestigd te [vestigingsplaats] , EISERES tot cassatie, advocaat: mr. A.H. Vermeulen,

t e g e n

[verweerster] ,gevestigd te [vestigingsplaats] , VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerster] .

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. het vonnis in de zaak C/13/621739/KG ZA 17-20 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 14 februari 2017;

b. de arresten in de zaak 200.210.631/01 van het gerechtshof Amsterdam van 20 februari 2018 en 10 april 2018.

De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Tegen [verweerster] is verstek verleend. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. du Perron en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 5 april 2019.