ECLI:NL:HR:2019:1742 - Hoge Raad - 11 november 2019
Arrest
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 16/01204 Datum 12 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 17 november 2015, nummer 21/001462-12, in de strafzaak
tegen
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977, hierna: de verdachte.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door het Openbaar Ministerie. Het heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De raadsman van de verdachte, V. Senczuk, advocaat te Utrecht, heeft het beroep tegengesproken. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
2 Beoordeling van het middel
2.1 Het middel klaagt dat het Hof zijn beslissing om bewijsuitsluiting toe te passen en de verdachte bijgevolg vrij te spreken heeft gebaseerd op ontoereikende of onbegrijpelijke gronden.
2.2 Op de gronden die zijn vermeld in de arresten van de Hoge Raad van 6 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2777, ECLI:NL:HR:2016:2778 en ECLI:NL:HR:2016:2779, is het middel terecht voorgesteld.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- verwijst de zaak naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 november 2019.