Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel X. Valsheid in muntspeciën en munt- en bankbiljetten
Artikel 209

Artikel 209 (Uitgeven, bezit valse munten, bankbiljetten)

Laatste versie

Hij die opzettelijk als echte en onvervalste muntspeciën of munt- of bankbiljetten uitgeeft muntspeciën of munt- of bankbiljetten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij ze ontving, bekend was, of deze, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, ontvangt, zich verschaft, in voorraad heeft, vervoert, invoert, doorvoert of uitvoert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die opzettelijk als echte en onvervalste muntspeciën of munt- of bankbiljetten uitgeeft muntspeciën of munt- of bankbiljetten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij ze ontving, bekend was, of deze, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, ontvangt, zich verschaft, in voorraad heeft, vervoert, invoert, doorvoert of uitvoert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit artikel stelt het volgende strafbaar: Een persoon wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie indien hij:

  1. opzettelijk muntspeciën of munt- of bankbiljetten uitgeeft als echte en onvervalste, terwijl het gaat om:
  • muntspeciën of munt- of bankbiljetten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst, of
  • muntspeciën of munt- of bankbiljetten waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij ze ontving, bekend was; OF
  1. deze hiervoor genoemde valse of vervalste muntspeciën of munt- of bankbiljetten ontvangt, zich verschaft, in voorraad heeft, vervoert, invoert, doorvoert of uitvoert, en dit doet met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF1276 - Hoge Raad - 7 april 2003

ECLI:NL:HR:2003:AF12767 april 2003Dit wetsartikel wordt 21 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1964 - Hoge Raad: Indirect contact met informant en de grenzen van uitlokking (Tallon-criterium) - 7 december 2020

ECLI:NL:HR:2020:19647 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De omstandigheid dat een verdachte niet rechtstreeks, maar via een medeverdachte, in contact komt met een politie-informant, sluit een geslaagd beroep op het Tallon-criterium (uitlokking) niet uit, maar mag door de rechter wel worden meegewogen in het oordeel dat de verdachte niet is uitgelokt.

StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1965 - Tallon-criterium: Geen automatische uitlokking bij indirect contact via medeverdachte - 7 december 2020

ECLI:NL:HR:2020:19657 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Schending van het Tallon-criterium jegens een medeverdachte leidt niet automatisch tot uitlokking van een andere verdachte. De afwezigheid van direct contact tussen de informant en de verdachte is een relevante omstandigheid bij de beoordeling of de verdachte is gebracht tot het plegen van het strafbare feit.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2024:2036 - Gerechtshof Amsterdam - 5 juni 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:20365 juni 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AN9861 - Hoge Raad - 2 februari 2004

ECLI:NL:HR:2004:AN98612 februari 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:4068 - Rechtbank Rotterdam - 22 april 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:406822 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:45 - Oogmerk bij bezit van vals geld: zwijgen kan bijdragen aan bewijs - 15 januari 2018

ECLI:NL:HR:2018:4515 januari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het bezit van een grote hoeveelheid vals geld, waarvan de verdachte de valsheid kent, is voldoende om het oogmerk tot het uitgeven ervan te bewijzen. Het feit dat de verdachte zwijgt en geen alternatieve verklaring geeft voor het bezit, mag hierbij meewegen.

Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1500 - Hoge Raad - 6 november 2023

ECLI:NL:HR:2023:15006 november 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1742 - Hoge Raad - 11 november 2019

ECLI:NL:HR:2019:174211 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2024:1225 - Hoge Raad - 7 oktober 2024

ECLI:NL:HR:2024:12257 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak