ECLI:NL:HR:2018:483
Arrest
Arrest inhoud
30 maart 2018
Eerste Kamer
17/02850
TT/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de moeder],wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand,
t e g e n
[de vader],wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, en RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, LOCATIE DEN HAAG,gevestigd te Den Haag, BELANGHEBBENDE in cassatie, advocaat: mr. M.M. Van Asperen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder, de vader en de raad.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak C/09/496860 van de rechtbank Den Haag van 22 april 2016 en 7 juni 2016;
b. de beschikking in de zaak 200.198.629/01 van het gerechtshof Den Haag van 15 maart 2017;
c. de beschikking in de zaken 200.198.625/01 en 200.198.625/02 van het gerechtshof Den Haag van 15 maart 2017.
De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikkingen van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De vader heeft een verweerschrift ingediend. Dit verweerschrift voldoet niet aan de eisen van art. 426b lid 3 Rv, omdat het niet is ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad. De vader heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om dit verzuim te herstellen. Derhalve heeft de Hoge Raad het verweerschrift terzijde gelegd. De raad heeft een verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van de cassatieberoepen.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op 30 maart 2018.