Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Elfde titel. Cassatie
Vijfde afdeling. Beroep in cassatie in verzoekprocedures
Artikel 426b

Artikel 426b (Termijn verweerschrift cassatieberoep verzoekprocedure)

Laatste versie

De verweerder heeft voor het indienen van een door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift een termijn van drie weken nadat de griffier hem heeft bericht over de indiening van het cassatieberoep. Artikel 276, is van overeenkomstige toepassing op het bericht van de griffier.

Uitleg in duidelijke taal

De verweerder heeft voor het indienen van een door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift een termijn van drie weken nadat de griffier hem heeft bericht over de indiening van het cassatieberoep. Artikel 276, is van overeenkomstige toepassing op het bericht van de griffier.

Dit artikel bepaalt dat de verweerder een termijn van drie weken heeft voor het indienen van een verweerschrift. Dit verweerschrift moet zijn getekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Deze termijn van drie weken gaat in nadat de griffier de verweerder heeft geïnformeerd (bericht) over de indiening van het cassatieberoep. Artikel 276 is op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) van toepassing op het bericht van de griffier.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:AD2977 - Hoge Raad - 17 december 1998

ECLI:NL:HR:1998:AD297717 december 1998Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1066 - Draagplicht voor gezamenlijke schuld en de grenzen van de rechtsstrijd - 8 juni 2017

ECLI:NL:HR:2017:10668 juni 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat afwijking van de hoofdregel van draagplicht bij helfte voor een gemeenschapsschuld slechts in uitzonderlijke, goed gemotiveerde omstandigheden mogelijk is. Tevens treedt een hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd als het een andere waarde hanteert dan partijen zijn overeengekomen.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:672 - Parket bij de Hoge Raad - 27 juni 2024

ECLI:NL:PHR:2024:67227 juni 2024Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1389 - Verlies hoedanigheid advocaat bij Hoge Raad leidt tot schorsing geding - 4 juli 2016

ECLI:NL:HR:2016:13894 juli 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een advocaat tijdens een cassatieprocedure de hoedanigheid 'advocaat bij de Hoge Raad' verliest, wordt het geding van rechtswege geschorst op grond van de overeenkomstige toepassing van artikel 226 Rv. Dit beschermt de desbetreffende partij.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1403 - Enquêterecht: rechten gehoorde personen bij vastlegging verklaringen door onderzoeker - 12 juni 2014

ECLI:NL:HR:2014:140312 juni 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker is vrij in de inrichting van het onderzoek. Gehoorde personen hebben geen recht op een kopie van geluidsopnames van hun verklaring of op aanpassing van de verslagen. Wel moeten zij opmerkingen kunnen maken over de vastlegging van hun verklaring.

Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:1666 - Te laat verweerschrift in cassatie: strenge maatstaf voor herstel termijnoverschrijding - 14 november 2024

ECLI:NL:HR:2024:166614 november 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een verweerschrift dat na het verstrijken van de termijn wordt ingediend, wordt terzijde gelegd. Een verzoek tot verlenging moet vóór afloop van de termijn worden gedaan. Herstel is slechts mogelijk bij bijzondere omstandigheden, getoetst aan de maatstaf voor terugkomen van een akte niet-dienen beslissing.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1989:ZC8266 - Hoge Raad - 2 november 1989

ECLI:NL:HR:1989:ZC82662 november 1989Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:483 - Hoge Raad - 29 maart 2018

ECLI:NL:HR:2018:48329 maart 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:190 - Klokkenluidersbescherming: werkgever moet tegenbewijs leveren, ontzenuwen van causaal verband is onvoldoende - 6 februari 2025

ECLI:NL:HR:2025:1906 februari 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De werkgever moet, ter weerlegging van het wettelijk vermoeden dat een benadeling het gevolg is van een klokkenluidersmelding, het tegendeel bewijzen. Slechts het ontzenuwen van het vermoeden van causaal verband is onvoldoende op grond van art. 17eb Wbk en de Klokkenluidersrichtlijn.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2806 - Hoge Raad - 2 november 2017

ECLI:NL:HR:2017:28062 november 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak