Artikel 426b (Termijn verweerschrift cassatieberoep verzoekprocedure)
De verweerder heeft voor het indienen van een door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift een termijn van drie weken nadat de griffier hem heeft bericht over de indiening van het cassatieberoep. Artikel 276, is van overeenkomstige toepassing op het bericht van de griffier.
Uitleg in duidelijke taal
De verweerder heeft voor het indienen van een door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift een termijn van drie weken nadat de griffier hem heeft bericht over de indiening van het cassatieberoep. Artikel 276, is van overeenkomstige toepassing op het bericht van de griffier.
Dit artikel bepaalt dat de verweerder een termijn van drie weken heeft voor het indienen van een verweerschrift. Dit verweerschrift moet zijn getekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Deze termijn van drie weken gaat in nadat de griffier de verweerder heeft geïnformeerd (bericht) over de indiening van het cassatieberoep. Artikel 276 is op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) van toepassing op het bericht van de griffier.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:1998:AD2977 - Hoge Raad - 17 december 1998
ECLI:NL:HR:2017:1066 - Draagplicht voor gezamenlijke schuld en de grenzen van de rechtsstrijd - 8 juni 2017
De Hoge Raad oordeelt dat afwijking van de hoofdregel van draagplicht bij helfte voor een gemeenschapsschuld slechts in uitzonderlijke, goed gemotiveerde omstandigheden mogelijk is. Tevens treedt een hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd als het een andere waarde hanteert dan partijen zijn overeengekomen.
ECLI:NL:PHR:2024:672 - Parket bij de Hoge Raad - 27 juni 2024
ECLI:NL:HR:2016:1389 - Verlies hoedanigheid advocaat bij Hoge Raad leidt tot schorsing geding - 4 juli 2016
Indien een advocaat tijdens een cassatieprocedure de hoedanigheid 'advocaat bij de Hoge Raad' verliest, wordt het geding van rechtswege geschorst op grond van de overeenkomstige toepassing van artikel 226 Rv. Dit beschermt de desbetreffende partij.
ECLI:NL:HR:2014:1403 - Enquêterecht: rechten gehoorde personen bij vastlegging verklaringen door onderzoeker - 12 juni 2014
Een door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker is vrij in de inrichting van het onderzoek. Gehoorde personen hebben geen recht op een kopie van geluidsopnames van hun verklaring of op aanpassing van de verslagen. Wel moeten zij opmerkingen kunnen maken over de vastlegging van hun verklaring.
ECLI:NL:HR:2024:1666 - Te laat verweerschrift in cassatie: strenge maatstaf voor herstel termijnoverschrijding - 14 november 2024
Een verweerschrift dat na het verstrijken van de termijn wordt ingediend, wordt terzijde gelegd. Een verzoek tot verlenging moet vóór afloop van de termijn worden gedaan. Herstel is slechts mogelijk bij bijzondere omstandigheden, getoetst aan de maatstaf voor terugkomen van een akte niet-dienen beslissing.
ECLI:NL:HR:1989:ZC8266 - Hoge Raad - 2 november 1989
ECLI:NL:HR:2018:483 - Hoge Raad - 29 maart 2018
ECLI:NL:HR:2025:190 - Klokkenluidersbescherming: werkgever moet tegenbewijs leveren, ontzenuwen van causaal verband is onvoldoende - 6 februari 2025
De werkgever moet, ter weerlegging van het wettelijk vermoeden dat een benadeling het gevolg is van een klokkenluidersmelding, het tegendeel bewijzen. Slechts het ontzenuwen van het vermoeden van causaal verband is onvoldoende op grond van art. 17eb Wbk en de Klokkenluidersrichtlijn.