Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2018:2438

Arrest

ECLI:NL:HR:2018:243818 december 2018Deze uitspraak is in 1 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

18 december 2018

Strafkamer

nr. S 17/00687

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 7 februari 2017, nummer 21/001926-16, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G.J. van Oosten, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording v n rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. (Vgl. HR 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2350.)

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 december 2018.