ECLI:NL:HR:2018:2026
Arrest
Arrest inhoud
2 november 2018
Eerste Kamer
18/00678
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. [verzoeker 1], 2. [verzoekster 2],beiden wonende te [woonplaats], Brazilië, VERZOEKERS tot cassatie, advocaat: mr. A.H.M. van den Steenhoven,
t e g e n
AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE DEN HAAG,zetelende te Den Haag, BELANGHEBBENDE in cassatie, niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als verzoekers en de ambtenaar.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak C/09/509087 van de rechtbank Den Haag van 10 augustus 2016;
b. de beschikking in de zaak 200.202.776/01 van het gerechtshof Den Haag van 15 november 2017.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof hebben verzoekers beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De ambtenaar heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 2 november 2018.