ECLI:NL:HR:2018:1028
Arrest
Arrest inhoud
29 juni 2018
Eerste Kamer
17/05520
LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de moeder],wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. R.W. Keus,
t e g e n
1. STICHTING JEUGDBESCHERMING OVERIJSSEL,gevestigd te Zwolle, VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen, e n 2. [de vader],wonende te [woonplaats], BELANGHEBBENDE in cassatie, niet verschenen.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als de moeder, verweerster als de GI en belanghebbende als de vader.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaken C/08/189513/JE RK 16-1306 en C/08/189181/JE RK 16-1245 van de rechtbank Overijssel van respectievelijk 12 september 2016 en 17 oktober 2016;
b. de beschikkingen in de zaak 200.206.347/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 april 2017 en 22 augustus 2017.
De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof van 22 augustus 2017 heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De GI en de vader hebben geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep De advocaat van de moeder heeft bij brief van 4 mei 2018 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op 29 juni 2018.