Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:840 - Hoge Raad - 17 april 2017

Arrest

ECLI:NL:HR:2017:84017 april 2017Deze uitspraak is in 1 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

18 april 2017

Strafkamer

nr. S 15/03455

AKA

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 20 juli 2015, nummer 23/002033-14, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 april 2017.