Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2015:1292

Arrest

ECLI:NL:HR:2015:129222 mei 2015Deze uitspraak is in 3 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

22 mei 2015

Eerste Kamer

15/00642

LZ/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[de man],wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. A.J.F. Gonesh,

t e g e n

[de vrouw],wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de beschikking in de zaak C/09/432418 FA RK 12-9168 en 448793 FA RK 13-6309 van de rechtbank Den Haag van 6 februari 2014;

b. de beschikking in de zaak 200.148.496/01 en 200.148.498/01 van het gerechtshof Den Haag van 12 november 2014.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. Het standpunt van de Procureur-Generaal strekt tot het niet-ontvankelijk verklaren van het cassatieberoep op de voet van art. 80a lid 1 RO. 3. Beoordeling van de ontvankelijkheid De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden (zie het standpunt van de Procureur-Generaal onder 4-10). De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a lid 1 RO en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.

4 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 22 mei 2015.