Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 7. Gemeenschap
Afdeling 2. Enige bijzondere gemeenschappen
Artikel 194

Artikel 194 (Vordering boedelbeschrijving, sanctie verzwijging goederen)

Laatste versie

1. Ieder der deelgenoten kan vorderen dat een verdeling aanvangt met een boedelbeschrijving.

2. Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, verbeurt zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten.

Uitleg in duidelijke taal

1. Ieder der deelgenoten kan vorderen dat een verdeling aanvangt met een boedelbeschrijving.

Dit betekent letterlijk: Elk van de deelgenoten heeft het recht te eisen (kan vorderen) dat een verdeling van de gemeenschappelijke goederen begint (aanvangt) met het opmaken van een boedelbeschrijving.

2. Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, verbeurt zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten.

Dit houdt in: Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt (niet meldt), zoek maakt (kwijtraakt) of verborgen houdt (verstopt), verbeurt zijn aandeel (verliest zijn deel) in die goederen aan de andere deelgenoten.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad55x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:565 - Verzwijging in erfenis: opzet vereist, spijt komt te laat

ECLI:NL:HR:2017:56531 maart 2017Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de sanctie op verzwijging in een nalatenschap (art. 3:194 lid 2 BW) is vereist dat de erfgenaam wist dat het goed tot de boedel behoorde. Later 'tot inkeer' komen heft de eenmaal ingetreden sanctie niet op, vanwege het afschrikwekkende karakter van de bepaling.

Civiel RechtErfrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3262 - Verzwijgen erfenis: oogmerk tot benadeling niet vereist voor sanctie

ECLI:NL:HR:2017:326222 december 2017Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor de sanctie van verbeurdverklaring bij het verzwijgen van een nalatenschapsgoed (art. 3:194 lid 2 BW) voldoende is dat de erfgenaam wist dat het goed tot de nalatenschap behoorde; een oogmerk om andere erfgenamen te benadelen is niet vereist.

Civiel RechtErfrecht, Goederenrecht, Personen En Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AN8172

ECLI:NL:HR:2004:AN817213 februari 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtErfrecht, Ondernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3475

ECLI:NL:HR:2015:34754 december 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen En Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1272

ECLI:NL:HR:2016:127224 juni 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1292

ECLI:NL:HR:2015:129222 mei 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM4087

ECLI:NL:HR:2010:BM40879 juli 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2008:BD5511

ECLI:NL:HR:2008:BD55115 september 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak