Artikel 194 (Vordering boedelbeschrijving, sanctie verzwijging goederen)
1. Ieder der deelgenoten kan vorderen dat een verdeling aanvangt met een boedelbeschrijving.
2. Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, verbeurt zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten.
Uitleg in duidelijke taal
1. Ieder der deelgenoten kan vorderen dat een verdeling aanvangt met een boedelbeschrijving.
Dit betekent letterlijk: Elk van de deelgenoten heeft het recht te eisen (kan vorderen) dat een verdeling van de gemeenschappelijke goederen begint (aanvangt) met het opmaken van een boedelbeschrijving.
2. Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, verbeurt zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten.
Dit houdt in: Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt (niet meldt), zoek maakt (kwijtraakt) of verborgen houdt (verstopt), verbeurt zijn aandeel (verliest zijn deel) in die goederen aan de andere deelgenoten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:PHR:2024:569 - Parket bij de Hoge Raad - 23 mei 2024
ECLI:NL:HR:2017:565 - Verzwijging in erfenis: opzet vereist, spijt komt te laat - 30 maart 2017
Voor de sanctie op verzwijging in een nalatenschap (art. 3:194 lid 2 BW) is vereist dat de erfgenaam wist dat het goed tot de boedel behoorde. Later 'tot inkeer' komen heft de eenmaal ingetreden sanctie niet op, vanwege het afschrikwekkende karakter van de bepaling.
ECLI:NL:HR:2017:3262 - Verzwijgen erfenis: oogmerk tot benadeling niet vereist voor sanctie - 21 december 2017
De Hoge Raad oordeelt dat voor de sanctie van verbeurdverklaring bij het verzwijgen van een nalatenschapsgoed (art. 3:194 lid 2 BW) voldoende is dat de erfgenaam wist dat het goed tot de nalatenschap behoorde; een oogmerk om andere erfgenamen te benadelen is niet vereist.
ECLI:NL:HR:2025:420 - Verbeurdverklaring bij verzwijging in nalatenschap: overgang van rechtswege - 20 maart 2025
De Hoge Raad oordeelt dat het aandeel in een verzwegen goed uit een gemeenschap, op grond van artikel 3:194 lid 2 BW, van rechtswege overgaat op de andere deelgenoten. Voor deze rechtsverkrijging zijn geen aparte verdeling of leveringshandeling vereist.
ECLI:NL:GHDHA:2024:1366 - Gerechtshof Den Haag - 2 juli 2024
ECLI:NL:HR:2004:AN8172 - Hoge Raad - 12 februari 2004
ECLI:NL:GHDHA:2024:1358 - Gerechtshof Den Haag - 18 juni 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:488 - Rechtbank Gelderland - 30 januari 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:1173 - Rechtbank Den Haag - 30 januari 2024
ECLI:NL:HR:2015:3475 - Verzwijgen vermogen bij verrekenbeding: sanctie ook toepasbaar in hoger beroep - 3 december 2015
De sanctie van artikel 1:135 lid 3 BW, waarbij een echtgenoot die opzettelijk vermogen verzwijgt de volledige waarde ervan moet vergoeden, kan ook in hoger beroep voor het eerst worden ingeroepen. Dit kan nadat de verrekening in eerste aanleg door de rechter is vastgesteld.