ECLI:NL:HR:2014:3685
Arrest
Arrest inhoud
19 december 2014
Eerste Kamer
nr. 14/00493
LZ/LH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[de man],wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. S. Kousedghi,
t e g e n
[de vrouw],wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 231656/KG ZA 12-373 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Arnhem van 7 augustus 2012;
b. de arresten in de zaak 200.112.835 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 oktober 2012 (tussenarrest) en 22 oktober 2013 (eindarrest).
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Tegen de vrouw is verstek verleend. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3 Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad: verwerpt het beroep; compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 19 december 2014.