Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 3. Woonplaats
Artikel 10

Artikel 10 (Woonplaats natuurlijk persoon en rechtspersoon)

Laatste versie

1. De woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich te zijner woonstede, en bij gebreke van woonstede ter plaatse van zijn werkelijk verblijf.

2. Een rechtspersoon heeft zijn woonplaats ter plaatse waar hij volgens wettelijk voorschrift of volgens zijn statuten of reglementen zijn zetel heeft.

Uitleg in duidelijke taal

1. De woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich te zijner woonstede, en bij gebreke van woonstede ter plaatse van zijn werkelijk verblijf.

Dit lid bepaalt dat de woonplaats van een natuurlijk persoon is gelegen te zijner woonstede. Indien een woonstede ontbreekt (bij gebreke van woonstede), dan is de woonplaats gelegen ter plaatse van zijn werkelijk verblijf.

2. Een rechtspersoon heeft zijn woonplaats ter plaatse waar hij volgens wettelijk voorschrift of volgens zijn statuten of reglementen zijn zetel heeft.

Dit lid stelt dat een rechtspersoon zijn woonplaats heeft op de plaats waar hij, overeenkomstig een wettelijk voorschrift of volgens zijn statuten of reglementen, zijn zetel heeft gevestigd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad148x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ4104 - Centavos-arrest: Uitleg ontvangsttheorie en het bereiken van de geadresseerde - 13 juni 2013

ECLI:NL:HR:2013:BZ410413 juni 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een schriftelijke verklaring heeft de geadresseerde bereikt als deze is verzonden naar een adres waarvan de afzender redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde daar te bereiken was. Dit kan ook een postbusadres zijn dat bij recente contacten is gebruikt, zonder dat dit expliciet is aangewezen.

Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:2101 - Betekening exploot met geheim adres is geldig zonder onredelijke benadeling - 17 december 2020

ECLI:NL:HR:2020:210117 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het ontbreken van een woonadres in een exploot wegens een geheimhoudingsindicatie leidt niet tot nietigheid, zolang de identiteit van de persoon vaststaat en deze niet onredelijk in zijn verdedigingsbelang is geschaad. De mededeling van de deurwaarder is voldoende voor een rechtsgeldige betekening.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1052 - Hoge Raad: BRP-briefadres geldt als gekozen woonplaats voor betekening - 27 juni 2019

ECLI:NL:HR:2019:105227 juni 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een in de BRP opgenomen briefadres kwalificeert als een gekozen woonplaats in de zin van artikel 1:15 BW. Exploitanten moeten exploten aan dit adres betekenen, niet via openbare betekening. Dit verhoogt de kans dat het exploot de betrokkene daadwerkelijk bereikt.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Personen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2023:8699 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 december 2023

ECLI:NL:RBZWB:2023:86997 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBNNE:2024:526 - Rechtbank Noord-Nederland - 11 januari 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:52611 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:298 - Zekerheidstelling Proceskosten: Statutaire Zetel Bepaalt Woonplaats Rechtspersoon - 18 februari 2016

ECLI:NL:HR:2016:29818 februari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de plicht tot het stellen van zekerheid voor proceskosten (art. 224 Rv) is de statutaire zetel van een rechtspersoon bepalend voor diens woonplaats in Nederland (art. 1:10 lid 2 BW). Een vestigingsadres in het buitenland doet hier niet aan af en is geen grond voor dit bevel.

Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:17123 - Rechtbank Den Haag - 21 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1712321 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3239 - Hoge Raad - 5 november 2015

ECLI:NL:HR:2015:32395 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3240 - Hoge Raad - 5 november 2015

ECLI:NL:HR:2015:32405 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CRVB:2024:1459 - Centrale Raad van Beroep - 22 juli 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:145922 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak