Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2014:3452

Arrest

ECLI:NL:HR:2014:345228 november 2014Deze uitspraak is in 7 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

28 november 2014

Eerste Kamer

nr. 13/05592

LH/EE

Hoge Raad der Nederlanden

1. [eiser 1],wonende te [woonplaats], 2. [eiser 2],wonende te [woonplaats], België, EISERS tot cassatie, verweerders in het incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. H.J.W. Alt,

t e g e n

1. NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,gevestigd te Den Haag, 2. [verweerder 2],wonende te [woonplaats], 3. [verweerster 3],gevestigd te [vestigingsplaats], 4. [verweerder 4],wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, eisers in het incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en N-N c.s.

1 Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het arrest in de zaak 105.007.079/01 van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 29 september 2009;

b. de arresten in de zaak 200.112.593/01 van het gerechtshof Den Haag van 9 juli 2013 en 1 oktober 2013.

De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof van 9 juli 2013 en 1 oktober 2013 hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. N-N c.s. hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor N-N c.s. mede door mr. L.V. Gardingen. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van zowel het principale als het incidentele cassatieberoep. De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 10 oktober 2014 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad: in het principale beroep: verwerpt het beroep veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van N-N c.s. begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;

in het incidentele beroep: verwerpt het beroep; veroordeelt N-N c.s. in de kosten van het geding in cassa­tie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] c.s. begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. .

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. Snijders en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 28 november 2014.