Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Negende titel. Verzet door derden
Artikel 376

Artikel 376 (Derdenverzet tegen benadelend vonnis)

Laatste versie

Derden zijn bevoegd zich te verzetten tegen een vonnis hetwelk hunne regten benadeelt, indien zij noch in persoon, noch wettiglijk vertegenwoordigd, of indien zij welke zij vertegenwoordigen, in het regtsgeding niet zijn geroepen, of door voeging of tusschenkomst geene partij zijn geweest.

Uitleg in duidelijke taal

Derden zijn bevoegd zich te verzetten tegen een vonnis hetwelk hunne regten benadeelt, indien zij noch in persoon, noch wettiglijk vertegenwoordigd, of indien zij welke zij vertegenwoordigen, in het regtsgeding niet zijn geroepen, of door voeging of tusschenkomst geene partij zijn geweest.

Dit artikel stelt dat derden bevoegd zijn zich te verzetten tegen een vonnis hetwelk hunne regten benadeelt. Dit is mogelijk indien zij noch in persoon, noch wettiglijk vertegenwoordigd waren. Het is ook mogelijk indien degenen die zij vertegenwoordigen (oorspronkelijk geformuleerd als: 'zij welke zij vertegenwoordigen') in het regtsgeding niet zijn geroepen. Verder is het mogelijk indien zij door voeging of tusschenkomst geene partij zijn geweest.