Arrest inhoud

31 oktober 2014

Eerste Kamer

nr. 13/00525

EV/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

1. [eiseres 1],

wonende te [woonplaats],

2. [eiser 2],

wonende te [woonplaats],

3. [eiser 3],

wonende te [woonplaats],

4. [eiser 4],

wonende te [woonplaats],

5. [eiser 5],

wonende te [woonplaats],

6. [eiser 6],

wonende te [woonplaats],

7. [eiseres 7],

wonende te [woonplaats],

8. [eiser 8],

wonende te [woonplaats],

9. [eiser 9a] en [eiseres 9b],

wonende te [woonplaats],

10. [eiser 10],

wonende te [woonplaats],

11. [eiser 11], wonende te [woonplaats], 12. [eiseres 12], wonende te [woonplaats], 13. [eiser 13a] en [eiseres 13b], wonende te [woonplaats], 14. [eiseres 14], wonende te [woonplaats], 15. [eiser 15], wonende te [woonplaats], 16. [eiser 16a] en [eiseres 16b], wonende te [woonplaats], 17. [eiseres 17a] en [eiseres 17b], wonende te [woonplaats], 18. [eiseres 18a] en [eiser 18b], wonende te [woonplaats], 19. [eiser 19], wonende te [woonplaats], 20. [eiseres 20], wonende te [woonplaats], 21. [eiser 21], wonende te [woonplaats], 22. [eiser 22], wonende te [woonplaats], 23. [eiser 23a] en [eiseres 23b], wonende te [woonplaats], 24. [eiser 24], wonende te [woonplaats],

EISERS tot cassatie, advocaat: mr. D. Rijpma,

t e g e n

HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND,zetelende te Leiden, VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. M.W. Scheltema.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en het Hoogheemraadschap.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 298592/HA ZA 07-3509 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 16 januari 2008 en 18 augustus 2010;

b. het arrest in de zaak 200.077.002/01 van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 23 oktober 2012.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Het Hoogheemraadschap heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door mr. L.E. Geer en voor het Hoogheemraadschap door zijn advocaat. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 5 juni 2014 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van het Hoogheemraadschap begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, G. de Groot en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 31 oktober 2014.