Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2013:BY7926 - Hoge Raad - 7 februari 2013

Arrest

ECLI:NL:HR:2013:BY79267 februari 2013

Arrest inhoud

8 februari 2013

Eerste Kamer

12/05391

EE/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[Betrokkene],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. E.A.E.G.J. Libosan,

t e g e n

OFFICIER VAN JUSTITIE TE ARNHEM,

zetelende te Arnhem,

VERWEERDER in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.

1. Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 236176/BZ RK 12-1050 van de rechtbank Arnhem van 12 november 2012.

De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de vice-president E.J. Numann, als voorzitter, en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 8 februari 2013.