Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2013:1469

Arrest

ECLI:NL:HR:2013:146929 november 2013Deze uitspraak is in 1 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

29 november 2013

Eerste Kamer

nr. 12/05721

LZ/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiser],wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, advocaten: mr. H.H.M. Meijroos en mr. A. Ramsoedh,

t e g e n

1. de vennootschap naar Liechtensteins recht AQUA FINA A.G.,gevestigd te Vaduz, Liechtenstein, 2. [verweerder 2],wonende te [woonplaats], Oostenrijk, 3. [verweerder 3],wonende te [woonplaats], Zwitserland, VERWEERDERS in cassatie, eisers in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, advocaten: mr. R.P.J.L. Tjittes en mr. J. den Hoed.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Aqua Fina c.s.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de tussen (onder meer) partijen gewezen arbitrale vonnissen van 15 juli 2005 en 25 mei 2010;

b. de arresten in de zaak 200.077.339 van het gerechtshof te Arnhem van 19 april 2011 en 8 mei 2012.

Het arrest van het hof van 8 mei 2012 aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 8 mei 2012 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. Aqua Fina c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het principale beroep en tot het buiten behandeling laten van het incidenteel cassatieberoep. De advocaat van [eiser] heeft op 18 oktober 2013 schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van de middelen in het principale beroep

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Nu de middelen in het principale beroep falen, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4 Beslissing

De Hoge Raad: verwerpt het principale beroep; veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Aqua Fina c.s. begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 29 november 2013.