Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2013:1402

Arrest

ECLI:NL:HR:2013:140222 november 2013Deze uitspraak is in 1 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

22 november 2013

Eerste Kamer

12/05996

EE/GB

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[verzoeker], in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige [het kind]wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. W.B. Teunis,

t e g e n

DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst),zetelende te ’s-Gravenhage, VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. M.M. van Asperen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de Staat.

1 Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 405776/HA RK 11-652 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 28 september 2012. De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 22 november 2013.