Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BP3073

Arrest

ECLI:NL:HR:2011:BP307314 oktober 2011

Arrest inhoud

Nr. 10/02169

14 oktober 2011

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van de Minister van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 april 2010, nr. 09/00094, betreffende een aan X te Z (hierna: belanghebbende) gegeven beschikking heffingsrente.

1. Het geding in feitelijke instanties

Aan belanghebbende is voor het jaar 2007 een nadere voorlopige aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet opgelegd. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is heffingsrente in rekening gebracht. De beschikking inzake heffingsrente is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.

De Rechtbank te Breda (nr. AWB 08/3768) heeft het tegen dit besluit ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de in rekening gebrachte heffingsrente verminderd.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

De Minister heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 30 december 2010 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

De Staatssecretaris van Financiën heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van de middelen

De middelen falen op de gronden die zijn vermeld in het arrest van de Hoge Raad van 30 september 2011, nr. 10/02171, LJN BP3073, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2011.

Van de Staat wordt ter zake van het door de Minister van Financiën ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 448.