Artikel 30j
1. De inspecteur stelt het bedrag van de belastingrente vast bij voor bezwaar vatbare beschikking. Met betrekking tot deze beschikking zijn de bepalingen in de belastingwet die gelden voor de belastingaanslag ter zake waarvan belastingrente wordt berekend, van overeenkomstige toepassing.
2. Het bedrag van de belastingrente wordt op het aanslagbiljet of op het afschrift van de uitspraak of bij de bekendmaking afzonderlijk vermeld. Ingeval de eerste volzin geen toepassing vindt, blijkt het bedrag van de belastingrente uit het afschrift van de beschikking.
3. Met betrekking tot de revisierente bedoeld in artikel 30i zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.
4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de bij de berekening van belastingrente toe te passen afrondingen. Voorts kunnen regels worden gesteld met betrekking tot een doelmatige berekening van de belastingrente.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:89 - Rente op onrechtmatig geheven BPM: rechtsmiddelen en EU-doeltreffendheidstoets
De Hoge Raad verduidelijkt de rechtsmiddelen tegen een rentevergoeding op teruggegeven BPM en introduceert een nieuwe toets voor Unierechtelijke doeltreffendheid. De rentevergoeding is adequaat als deze ten minste gelijk is aan een berekening op basis van de bancaire rente op consumptief krediet.
ECLI:NL:HR:2012:BW5409
ECLI:NL:HR:2023:132 - Rentecompensatie bij Unierechtelijk strijdige BPM: objectieve maatstaf en bewijslast
Bij terugbetaling van Unierechtelijk strijdige BPM moet de rentevergoeding worden berekend naar een objectieve maatstaf: de DNB-rente op consumptief krediet. De belastingplichtige hoeft niet de hoogte van zijn individuele leenkosten te bewijzen; deze bewijslast rust niet op hem.