Artikel 30j
1. De inspecteur stelt het bedrag van de belastingrente vast bij voor bezwaar vatbare beschikking. Met betrekking tot deze beschikking zijn de bepalingen in de belastingwet die gelden voor de belastingaanslag ter zake waarvan belastingrente wordt berekend, van overeenkomstige toepassing.
2. Het bedrag van de belastingrente wordt op het aanslagbiljet of op het afschrift van de uitspraak of bij de bekendmaking afzonderlijk vermeld. Ingeval de eerste volzin geen toepassing vindt, blijkt het bedrag van de belastingrente uit het afschrift van de beschikking.
3. Met betrekking tot de revisierente bedoeld in artikel 30i zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.
4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de bij de berekening van belastingrente toe te passen afrondingen. Voorts kunnen regels worden gesteld met betrekking tot een doelmatige berekening van de belastingrente.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:89 - Rente op onrechtmatig geheven BPM: rechtsmiddelen en EU-doeltreffendheidstoets - 27 januari 2022
De Hoge Raad verduidelijkt de rechtsmiddelen tegen een rentevergoeding op teruggegeven BPM en introduceert een nieuwe toets voor Unierechtelijke doeltreffendheid. De rentevergoeding is adequaat als deze ten minste gelijk is aan een berekening op basis van de bancaire rente op consumptief krediet.
ECLI:NL:HR:2012:BW5409 - Hoge Raad - 10 mei 2012
ECLI:NL:HR:2012:BR4790 - Correctie te lage heffingsrente mogelijk via nadere beschikking - 19 januari 2012
De Hoge Raad oordeelt dat een te laag vastgestelde heffingsrente kan worden gecorrigeerd via een nadere beschikking. Op grond van artikel 30j, lid 1, AWR zijn de regels voor de correctie van de belastingaanslag van overeenkomstige toepassing op de correctie van de bijbehorende heffingsrentebeschikking.
ECLI:NL:HR:2023:132 - Rentecompensatie bij Unierechtelijk strijdige BPM: objectieve maatstaf en bewijslast - 2 februari 2023
Bij terugbetaling van Unierechtelijk strijdige BPM moet de rentevergoeding worden berekend naar een objectieve maatstaf: de DNB-rente op consumptief krediet. De belastingplichtige hoeft niet de hoogte van zijn individuele leenkosten te bewijzen; deze bewijslast rust niet op hem.
ECLI:NL:HR:2024:1427 - Ook geschil over belastingrente rechtvaardigt vergoeding immateriële schade bij termijnoverschrijding - 10 oktober 2024
De Hoge Raad oordeelt dat een belastingplichtige ook recht heeft op vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in een procedure die uitsluitend een beschikking belastingrente betreft. Dergelijke procedures kunnen, net als geschillen over de belastingheffing zelf, spanning en frustratie veroorzaken.
ECLI:NL:HR:2016:482 - Een te laat vastgestelde heffingsrentebeschikking is een voor bezwaar vatbaar besluit - 24 maart 2016
Een beschikking die heffingsrente vaststelt, ook als deze te laat wordt genomen, is een voor bezwaar vatbare beschikking in de zin van artikel 30j AWR. Het enkele feit dat de inspecteur bij een eerdere kennisgeving van teruggave geen beslissing over de heffingsrente nam, is onvoldoende.
ECLI:NL:HR:2011:BP3080 - Keuzevrijheid inspecteur bij correctie voorlopige aanslag en de gevolgen voor heffingsrente - 29 september 2011
De inspecteur heeft keuzevrijheid bij het corrigeren van een te hoge voorlopige aanslag, maar moet op grond van het evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 Awb) de voor de belanghebbende meest gunstige methode qua rentevergoeding hanteren of het nadeel compenseren bij een latere beschikking heffingsrente.
ECLI:NL:HR:2014:1457 - Wettelijke rente bij te laat vastgestelde heffingsrente door de inspecteur - 19 juni 2014
De inspecteur is wettelijke rente (art. 4:102 lid 2 Awb) verschuldigd als hij na bezwaar alsnog een beschikking heffingsrente vaststelt. De afwezigheid van een specifieke fiscale regeling voor dit verzuim maakt de algemene regeling uit de Awb van toepassing, ondanks andersluidende parlementaire geschiedenis.