Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2008:BD3708

Arrest

ECLI:NL:HR:2008:BD370811 juli 2008

Arrest inhoud

11 juli 2008

Eerste Kamer

07/11803

RM/IS

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[Verzoekster],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKSTER tot cassatie,

advocaat: mr. M.G. Evers,

t e g e n

DE STAAT DER NEDERLANDEN, Ministerie van Justitie,

zetelende te 's-Gravenhage,

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en de Staat.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 21 november 2006 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft [verzoekster] zich gewend tot die rechtbank en verzocht vast te stellen dat zij in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.

De Staat heeft bij brief van 13 maart 2007 zijn standpunt kenbaar gemaakt.

De rechtbank heeft bij beschikking van 26 juli 2007 het verzoek afgewezen.

De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staat heeft een verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [verzoekster] in haar cassatieberoep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.D.H. Asser op 11 juli 2008.