Arrest inhoud

29 juni 2007

Eerste Kamer

Rek.nr. R06/151HR

RM

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

1. [Verzoekster 1],

gevestigd te [vestigingsplaats],

2. [Verzoeker 2],

3. [Verzoeker 3],

beiden wonende te [woonplaats],

VERZOEKERS tot cassatie,

advocaat: mr. J. Brandt,

t e g e n

Mr. Thi Ly Phuong NGUYEN, in haar hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap onder firma [verzoekster 1] en haar vennoten [verzoeker 2], [verzoeker 3] en [betrokkene 1],

kantoorhoudende te Lelystad,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] c.s. en de curator.

1. Het geding in feitelijke instanties

Bij vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 2 november 2005 zijn [verzoekster 1] en haar vennoten in staat van faillissement verklaard, met benoeming van verweerster in cassatie tot curator en een rechter-commissaris.

Op 26 april 2006 hebben [verzoeker] c.s. zich tot de rechter-commissaris gewend met het verzoek bij beschikking, voorzover de wet dit toelaat uitvoer bij voorraad, de curator te verbieden de in beslag genomen gereedschappen te verkopen en de curator te gebieden de gereedschappen ter hand te stellen aan de vennoot [verzoeker 2].

De curator heeft het verzoek bestreden.

De rechter-commissaris heeft bij beschikking van 21 juni 2006 het gevraagde afgewezen.

Tegen deze beschikking hebben [verzoeker] c.s. hoger beroep ingesteld bij de rechtbank te Zwolle-Lelystad.

Bij beschikking van 26 oktober 2006 heeft de rechtbank de beschikking van de rechter-commissaris bekrachtigd en het verzoek van [verzoeker] c.s. afgewezen.

De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank hebben [verzoeker] c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De curator heeft een verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot niet-ontvankelijkheid van [verzoekster 1] en voor het overige tot verwerping van het cassatieverzoek.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. Van Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 juni 2007.