ECLI:NL:HR:2002:AE0657 - Geldnet/Kwantum: De reikwijdte van aansprakelijkheid voor hulppersonen
Geldnet/Kwantum arrest
Essentie
De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof dat een werknemer, die niet direct bij de uitvoering van de verbintenis is betrokken, als hulppersoon geldt. Dit impliceert een enge uitleg van het begrip hulppersoon (art. 6:76 BW).
Samenvatting feiten
Geldnet, een transportbedrijf, had voor Kwantum zendingen opgehaald die tijdelijk werden opgeslagen in haar depot in Duiven. Deze opslag was onderdeel van de vervoerovereenkomst. Tijdens de opslag zijn de zendingen verloren gegaan. Kwantum stelt Geldnet aansprakelijk voor de schade. De kern van het geschil is of een medewerker van Geldnet, die niet direct betrokken was bij de uitvoering van de overeenkomst maar wel toegang had tot het depot, kan worden aangemerkt als een hulppersoon voor wiens gedragingen Geldnet aansprakelijk is.
Cassatieberoep door
Geldnet heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Gerechtshof te Amsterdam.
Rechtsvraag
De centrale rechtsvraag is hoe de kring van 'hulppersonen' moet worden afgebakend voor wie een schuldenaar aansprakelijk is. Meer specifiek: kan een werknemer die niet rechtstreeks is betrokken bij de uitvoering van de betreffende verbintenis (de bewaring van zaken), maar die wel toegang heeft tot de opslagplaats en wiens gedragingen de uitvoering beïnvloeden, worden aangemerkt als een hulppersoon in de zin van de wet (art. 8:1095 BW, vergelijkbaar met art. 6:76 BW)?
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Gerechtshof Amsterdam. Door dit te doen, verwerpt de Hoge Raad de ruime uitleg die het hof aan het begrip 'hulppersoon' gaf. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De expliciete motivering van de Hoge Raad voor deze beslissing is niet in de verstrekte tekst opgenomen.
Belangrijke rechtsoverwegingen
"Een redelijke uitleg van de hier betrokken bepalingen brengt in dit verband mee dat als zodanige personen niet enkel hebben te gelden personen die rechtstreeks betrokken zijn bij de bewaring van de opgehaalde zendingen - te denken valt aan eventueel bewakingspersoneel -, maar ook aan personen die uit hoofde van hun functie bij Geldnet toegang hebben tot het depot en wier gedragingen vervolgens van invloed kunnen zijn op de mogelijkheid van Geldnet de aan haar toevertrouwde zaken uiteindelijk verder te vervoeren. In het licht hiervan moet [betrokkene] worden aangemerkt als hulppersoon van Geldnet in de hiervoor bedoelde zin."
(r.o. 3.3)Deze overweging van het hof is de kern van de zaak. Het formuleert een ruime interpretatie van het begrip 'hulppersoon', waarbij niet vereist is dat de persoon rechtstreeks betrokken is bij de uitvoering van de verbintenis. Voor studenten is deze passage essentieel, omdat de Hoge Raad deze redenering verwerpt door het arrest te vernietigen. Het toont de interpretatie die de basis vormt voor de (in dit uittreksel niet opgenomen) rechtsregel dat het begrip 'hulppersoon' eng moet worden uitgelegd.
Arrest inhoud
14 juni 2002
Eerste Kamer
Nr. C00/290HR
AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Verweerster in cassatie - verder te noemen: Kwantum - heeft bij exploit van 20 maart 1996 eiseres tot cassatie - verder te noemen: Geldnet - gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam en gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Geldnet te veroordelen om aan Kwantum te betalen een bedrag van ƒ 125.849,48, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 september 1995, alsmede met de incassokosten ten bedrage van ƒ 7.652,47.
Geldnet heeft de vordering bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 12 maart 1997 Geldnet veroordeeld om aan Kwantum te betalen een bedrag van ƒ 11,72, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 23 september 1995 tot aan de voldoening, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft Kwantum hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam. Bij memorie van grieven heeft Kwantum haar eis gewijzigd en naast hetgeen in prima gevorderd is vernietiging van de overeenkomst tussen Kwantum en Geldnet, althans de daarvoor in aanmerking komende gedeelten, gevorderd. Geldnet heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 22 juni 2000 heeft het Hof in het principaal en in het incidenteel appel het vonnis van de Rechtbank waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
Tegen het arrest van het Hof heeft Geldnet beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het herstelexploit zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen Kwantum is verstek verleend.
Geldnet heeft de zaak doen toelichten door haar advocaat.
De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing van de zaak ter verdere behandeling en beslissing.
3.3 Het Hof heeft, in cassatie niet bestreden, tot uitgangspunt genomen "dat het Geldnet vrijstond de op vrijdag en zaterdag opgehaalde zendingen tijdelijk op te slaan in haar depot te Duiven (...), dat die opslag strekte ter uitvoering van de vervoerovereenkomst", en dat derhalve "Geldnet ingevolge art. 8:1095 BW tegenover Kwantum aansprakelijk is indien de opgehaalde zendingen tijdens die opslag verloren gaan, tenzij Geldnet als zorgvuldig vervoerder - daaronder begrepen de personen van wier hulp zij bij de uitvoering van de overeenkomst gebruik maakte - de schadeoorzaak niet had kunnen vermijden of de gevolgen daarvan verhinderen". Onderdeel 1a bestrijdt de daarop volgende overweging van het Hof, die luidt als volgt:
"Een redelijke uitleg van de hier betrokken bepalingen brengt in dit verband mee dat als zodanige personen niet enkel hebben te gelden personen die rechtstreeks betrokken zijn bij de bewaring van de opgehaalde zendingen - te denken valt aan eventueel bewakingspersoneel -, maar ook aan personen die uit hoofde van hun functie bij Geldnet toegang hebben tot het depot en wier gedragingen vervolgens van invloed kunnen zijn op de mogelijkheid van Geldnet de aan haar toevertrouwde zaken uiteindelijk verder te vervoeren. In het licht hiervan moet [betrokkene] worden aangemerkt als hulppersoon van Geldnet in de hiervoor bedoelde zin."
De Hoge Raad:
vernietigt het arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 juni 2000;
verwijst het geding ter verdere behandeling en beslissing naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage;
veroordeelt Kwantum in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Geldnet begroot op € 354,85 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris.