ECLI:NL:GHARL:2025:5585 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 2 september 2025
Arrest
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.336.637/01 zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 9296597
arrest van 2 september 2025
in de zaak van
[appellant], die woont in [woonplaats] , die hoger beroep heeft ingesteld, en bij de kantonrechter optrad als eiser, hierna: [appellant], advocaat: voorheen mr. E.B. van den Ouden te Oude-Tonge, thans geen,
tegen
Autobedrijf Van Schaik B.V., die is gevestigd in Leeuwarden, en bij de kantonrechter optrad als gedaagde, hierna: Van Schaik, advocaat: mr. O.A. van Oorschot te Leeuwarden.
1 Het verloop van de procedure in hoger beroep
1.1 [appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen het eindvonnis
1.2 Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
-
de dagvaarding in hoger beroep d.d. 18 oktober 2023,
-
de memorie van grieven d.d. 21 maart 2024,
-
de memorie van antwoord d.d. 4 juni 2024.
1.3 Het hof heeft op verzoek van appellant bij arrest van 16 juli 2024 een mondelinge behandeling gelast, te houden op 19 november 2024. Op verzoek van partijen heeft die mondelinge behandeling niet plaatsgevonden. Partijen hebben daarop arrest gevraagd.
2 De kern van de zaak
Het gaat in deze procedure om de vraag of sprake is van non-conformiteit van de door [appellant] van Van Schaik gekochte auto of dat moet worden aangenomen dat de na de koop gebleken beschadiging aan de motor van de auto door [appellant] zelf is veroorzaakt. Dit zal hierna door het hof worden besproken nadat de relevante feiten zijn vastgesteld en het geschil en de beslissing van de kantonrechter zijn beschreven.
3 De feiten
Het hof gaat uit van de navolgende feiten.
3.1 Begin 2013 heeft [appellant] filmpjes op Facebook geplaatst waarop te zien is dat hij met een auto aan het driften is.
3.2 Op 19 februari 2020 heeft [appellant] van Van Schaik een tweedehands personenauto van het merk Jaguar, model XF, uitvoering 3.0 D V6 AUT, kenteken [kenteken] met een kilometerstand van 183.893 (hierna: de auto) gekocht voor € 14.445,-. De auto is op 29 maart 2012 op kenteken gesteld.
3.3 In de opgemaakte en door partijen ondertekende koopovereenkomst is vastgelegd dat de auto 29 februari 2020 geleverd wordt, dat de auto voorafgaand aan de levering nog een onderhoudsbeurt krijgt, waarbij nog enkele defecten aan de auto verholpen worden en dat Van Schaik aan [appellant] drie maanden garantie geeft op de motor en de versnellingsbak.
3.4 Op 26 februari 2020 heeft Autoservice Leeuwarden de auto een onderhoudsbeurt gegeven, de auto APK gekeurd en een nieuwe distributieset in de auto aangebracht. Daarvoor is aan Van Schaik € 1.458,44 incl. btw in rekening gebracht. Een toeleverancier van Autoservice Leeuwarden – Koskamp B.V. – heeft een pakbon opgemaakt met als datum 25 februari 2020, waarin is vermeld dat een distributieset, een oliefilter en een remblokset zijn geleverd ten behoeve van “ [kenteken] ”.
3.5 Op 13 april 2020 hebben [appellant] en de heer [naam1] (hierna: [naam1] ), werkzaam bij Van Schaik, via WhatsApp berichten uitgewisseld over de door [appellant] ervaren vreemde geluiden uit de motor, het bijna niet meer starten van de auto en het maken van harde tik-geluiden. Op advies van [naam1] heeft [appellant] de auto daarop voor onderzoek naar een garage bij hem in de buurt gebracht, te weten JCS Service in Zuid-Beijerland.
3.6 JCS Service heeft - voor zover relevant - aan [appellant] bericht over haar constateringen: Jaguar kwam bij ons binnen met een rare tik/schraap in de motor. Na het verwijderen van de inlaat/luchtfilter buizen de motor met de hand verdraaid. Nu ook een lichte schraap hoorbaar. Uiteindelijk een monster van de olie genomen en het oliefilter gedemonteerd. Hierin zat allemaal gruis zowel klein als groot. Hoogst waarschijnlijk zijn dit delen van de hoofdlagers van de krukas of de drijfstanglager. Om dit met 100% zekerheid te kunnen zeggen is verdere demontage van het onder blok nodig. De foto’s heb ik naar je gestuurd via whatsapp. Ons advies is om de motor te vervangen en een ruilmotor hiervoor terug te plaatsen.
3.7 [appellant] heeft Van Schaik in april 2020 in kennis gesteld van deze conclusies van JCS Service en onder meer een foto van de linker achterband van de auto naar Van Schaik gestuurd.
3.8 Op verzoek van Van Schaik is de auto overgebracht naar Auto Nordic te Burgum.
3.9 In opdracht van Van Schaik heeft expertisebureau Dekra Automotive uit Alkmaar de auto op 18 juni 2020 in de vestiging van Auto Nordic onderzocht. In haar onderzoeksrapport van 26 juni 2020 staat onder meer vermeld:
3 OMSTANDIGHEDEN / TOEDRACHT
Wij vernamen dat het voertuig bij de reparateur werd aangeboden met een beschadigde carterpan en vastgeplakt rubber in de wielkasten. Het voertuig had op dat moment 187.761 kilometers gereden. Inzake de toedracht van de schade en het verkrijgen van de opdracht vernamen wij van u het navolgende: Het voertuig is recent door u verkocht. Bij de verkoop is het voertuig voorzien van een nieuwe distributieset, onderhoudsbeurt en APK keuring. De verdenking bestaat dat het defect raken van het voertuig te wijten is aan het onoordeelkundig bedienen en/of gebruiken van het voertuig. 4 INSPECTIE / SCHADE Op 18 juni 2020 bezochten wij reparateur Auto Nordic en inspecteerden het voertuig. Het voertuig vertoonde met starten ernstige afwijkende geluiden vanuit het motor inwendige. Wij constateerden de volgende beschadigingen c.q. mankementen: • Alle banden zeer ernstig versleten • Linker achterband karkas c.q. canvas zichtbaar • Achterste wielkuipen restanten van banden c.q. rubber delen • Carterpan ernstig beschadigd c.q. ingedeukt • Beschadigingen aan onderzijde voorbumper • Olie aanzuigbuis/zeef beschadigd en deels dicht gedrukt (…)
4.1 Toelichting Het voertuig vertoonde in de motorruimte en de onderzijde geen sporen van motorolie lekkage. De slijtage aan de banden zijn buiten proposities en zullen bij normaal gebruik van het voertuig niet het door ons waargenomen schade c.q. slijtagebeeld vertonen. (...) 6 CONCLUSIE / RESUMÉ Naar aanleiding van onze expertise concluderen wij dat het voertuig is gestrand waarbij er ernstige schade is waargenomen aan de carterpan. De motor van het voertuig functioneert niet naar behoren en is zonder deze tot in delen te demonteren mogelijk zwaar beschadigd. De carterpan is als gevolg van een externe van buitenaf komende oorzaak beschadigd geraakt waarbij de olie aanzuig zeef c.q. de olie aanzuigbuis deels is dichtgedrukt door de impact. Met de huidige beperkte demontage werkzaamheden zijn wij voor als nog van mening geen causaliteit met de recent uitgevoerde onderhoudsbeurt en de huidige motorschade te kunnen opmaken. De schade aan de motor is zover waarneembaar het gevolg van een door een externe oorzaak of ingeleid door een oorzaak van buiten af.
3.10 [appellant] heeft de auto op 18 augustus 2020 bij Auto Nordic opgehaald.
3.11 Op 15 september 2020 heeft de door [appellant] ingeschakelde advocaat aan Van Schaik bericht dat zij, gezien de geconstateerde schade aan de motor, toerekenbaar tekortgeschoten is in haar verplichting om een auto aan [appellant] te leveren die beantwoordt aan de overeenkomst. Voorts sommeert hij Van Schaik om binnen veertien dagen over te gaan tot vervanging van de motor en versnellingsbak van de auto en ervoor zorgen dat alsnog een auto aan [appellant] ter beschikking gesteld wordt die beantwoordt aan de overeenkomst.
3.12 Op 22 september 2020 heeft de door Van Schaik ingeschakelde advocaat namens haar aansprakelijkheid van de hand gewezen en aangegeven dat en waarom Van Schaik niet over zou gaan tot herstel van de auto.
3.13 In opdracht van [appellant] heeft expertisebureau RG Expertise uit Oude-Tonge de auto op 1 oktober 2020 onderzocht. In haar onderzoeksrapport van 9 oktober 2020 staat onder meer vermeld: Ik heb van u begrepen dat het motorblok van het, door u recent aangeschafte voertuig, defect is. Omdat dit binnen de verstrekte garantietermijn valt, bent u met het voertuig terug naar Autobedrijf van Schaik gegaan. Nu beweert het desbetreffende autobedrijf dat het voertuig door u mishandeld is. Argument hiervoor is dat de het rubber van de banden aan de wielkasten zit en de carterpan beschadigt is. Omdat er volgens u absoluut geen sprake is geweest van onjuist gebruik van het voertuig en de toedracht van beschadiging dus niet bij u ligt, heeft u ons gevraagd een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de beschadigingen aan de carterpan. De bevindingen hiervan zetten wij uiteen in dit rapport. (…) Omstandigheden / toedracht In het expertise rapport van Dekra is te lezen dat bij de reparateur vastgesteld is dat het voertuig in kwestie beschikt over een beschadigde carterpan. Ten tijde van deze vaststelling had het voertuig 187.761 gereden kilometers op de teller. Dit kunnen wij bevestigen, echter, wij vermoeden dat de beschadiging niet te wijten is aan handelen van de heer [appellant] . Wel is het vermoeden gerezen dat de motorschade door de beschadigde onderdelen (carterpan) is ontstaan doordat het voertuig betrokken is geweest bij een omvangrijk ongeval. Het motorblok heeft mogelijk klem gezeten in de motorruimte. In het rapport zullen wij uiteen zetten wat deze verdenking aannemelijk maakt. Inspectie/schade Op 01-10-2020 bezochten wij het voertuig van de heer [appellant] en onderwierpen deze aan een inspectie met als doel te achterhalen hoe er mogelijk een deuk in de carterpan is gekomen. De volgende bevindingen heb ik gedaan: -Het voertuig is aan de voorzijde duidelijk beschadigd geweest. -De motor van het voertuig heeft bekneld gezeten. -De koplampen van het voertuig zijn onvakkundig vervangen. -Het voertuig is niet correct gericht (carrosserie). -Bij het richten van het voertuig zijn gerepareerde delen niet na behandeld waardoor er onderdelen zijn gaan roesten met als gevolg dat er een gat in de carrosserie is ontstaan. -De beschadigingen aan de carterpan staan niet in lijn met de rest van de beschadigingen welke tijdens de bezichtiging zijn waargenomen. Deze waarnemingen gelden als fundament voor het sterke vermoeden dat het voertuig betrokken is geweest bij een ernstig ongeval. (...) De carterpan ligt hoger dan het subframe (wielophanging) Logischerwijs zou de onderzijde van het subframe ook beschadigd moeten zijn, maar deze beschadigingen ontbreken. Wel is te zien dat het subframe, niet heel recent, vervangen is. Dat dit niet heel recent is gebeurd maken wij op uit de bevestiging van het subframe en afwerking van het geheel. Aangezien de voorbumper ook lager ligt dan de carterpan zou deze ook beschadigd moeten zijn of in ieder geval tekenen van schade moeten vertonen, maar ook dit is niet het geval. (…) Aan de motorsteun is te zien dat deze een klap heeft gehad waarna deze niet vervangen is. De slang boven de motorsteun heeft zichtbaar bekneld gezeten en is na het herstellen onjuist gemonteerd. (…) Conclusie Het is duidelijk dat het voertuig in het verleden betrokken is geweest bij een ongeval. Dit maken wij op uit de beschadigingen aan onderdelen welke niet goed zijn gerepareerd of bijgewerkt, zelfs stukken uit ontbreken en/of beschikken over verschillende productie data. Ons vermoeden, gebaseerd op de beschadigingen aan het voertuig in zijn totaliteit, is dat deze schade heeft plaatsgevonden na 2017, waarbij (poging tot) herstel heeft plaatsgevonden met onder andere gebruikte onderdelen. Het is ronduit aannemelijk dat de deuk in de carterpan hierbij is ontstaan en zeer onwaarschijnlijk dat deze recent beschadigd is, gebaseerd op de zichtbare schade aan de onderkant van het voertuig.
3.14 Op 23 november 2021 heeft de heer [naam2] , werkzaam bij Autoservice Leeuwarden - aan de advocaat van Van Schaik geschreven: Hierbij verklaar ik (...) dat wij de Jaguar met kenteken [kenteken] volledig hebben nagekeken voor autobedrijf Van Schaik, tevens is toen de olie vervangen en was er geen zichtbare schade aan het Carter. De banden hadden voldoende profiel en wij hebben de auto voorzien van een nieuwe a.p.k. Als er eventueel gebreken zijn aan een auto dan worden deze altijd door ons gemeld aan autobedrijf van Schaik.
4 Het geschil en de beslissing van de kantonrechter
4.1 [appellant] heeft de kantonrechter gevraagd de koopovereenkomst over de auto te ontbinden op grond van non-conformiteit en Van Schaik te veroordelen tot betaling van:
[appellant] heeft de kantonrechter tot slot gevraagd Van Schaik te veroordelen in de proceskosten.
4.2 In een tussenvonnis van 19 april 2022 heeft de kantonrechter onder meer overwogen dat de koopovereenkomst moet worden aangemerkt als een consumentenkoop in de zin van artikel 7:5 BW. Van Schaik is bewijs opgedragen van haar stelling dat [appellant] de schade aan de motor zelf heeft veroorzaakt.
4.3 In het vonnis van 18 juli 2023 – waarvan beroep – heeft de kantonrechter overwogen dat voldoende is komen vast te staan dat de schade aan de carterpan en de olieaanzuigbuis/ zeef en daarmee ook de schade aan de motor nog niet aanwezig was ten tijde van de levering van de auto aan [appellant] en dat Van Schaik daarom geslaagd is het opgedragen bewijs dat [appellant] deze schade zelf heeft veroorzaakt. De kantonrechter heeft daarop de vorderingen van [appellant] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is op het punt van de proceskosten in een herstelvonnis van 29 augustus 2023 hersteld.
4.4 De bedoeling van het hoger beroep van [appellant] is dat zijn afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen.
5 Het oordeel van het hof
Inleiding
5.1 [appellant] heeft tegen het vonnis van 18 juli 2023 zes bezwaren (grieven) opgeworpen. Deze bezwaren vallen het oordeel van de kantonrechter aan dat Van Schaik geslaagd is in het bewijs dat de schade aan de auto door hemzelf is veroorzaakt. Deze bezwaren lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.
5.2 Het hof stelt daarbij voorop dat geen van partijen in hoger beroep nader bewijs van de eigen stelling heeft gepresenteerd; zij hebben in hoger beroep ook niet een aanbod daartoe gedaan. Een en ander betekent dat het hof op basis van het al bij de kantonrechter bijgebrachte bewijs zal onderzoeken of Van Schaik in de aan haar verstrekte bewijsopdracht is geslaagd.
De stukken over onderhoud vóór aflevering
5.3 In de tussen partijen opgemaakte koopovereenkomst van 19 februari 2020 is onder meer vermeld dat de auto voorafgaand aan de levering nog een onderhoudsbeurt krijgt en dat daarbij nog enkele andere werkzaamheden zullen worden uitgevoerd. In de opsomming daarvan staat onder meer “linkerraam voorraam werkt niet”, “disriem” en “schijven en blokken achter”.
5.4 Het bedrijf AutoService Leeuwarden heeft op 27 februari 2020 een factuur naar Van Schaik gezonden waarin de gegevens van de auto zijn opgenomen. In die factuur is vermeld dat is uitgevoerd: “afleverbeurt”, “APK-keuring uitgevoerd” en “Distributieriem vervangen” en dat twee remschijven, een remblokset en het raammechaniek van het linker voorraam zijn vervangen. Bij de specificatie van de “afleverbeurt” is onder meer een carterstopring vermeld.
5.5 Het bedrijf Koskamp B.V. heeft een pakbon opgemaakt waarin is vermeld dat zij op 25 februari 2020 aan AutoService Leeuwarden onder meer een distributieset en een remblokset hebben geleverd met vermelding het kenteken van de auto als referentie.
Het gebruik van de auto
5.6 De auto is op 29 februari 2020 aan [appellant] afgeleverd. Op 13 april 2020 heeft [appellant] de in 3.5 genoemde gebreken aan Van Schaik gemeld. In de tussenliggende periode is circa 3.800 kilometer met de auto gereden.
De rapporten van de deskundigen
5.7 Op 18 juni 2020 is de auto onderzocht door expertisebureau Dekra die rapporteerde (zie 3.9) over zeer ernstig versleten banden, waarbij van de linkerband achter het karkas / canvas zichtbaar was, over rubber / bandenrestanten in de achterste wielkuipen, over een ingedeukte carterpan en over een deels dicht gedrukte olieaanzuigbuis/zeef. Volgens de deskundige is de slijtage van de banden buiten proportie en zal die zich bij normaal gebruik niet voordoen. De beschadiging van de carterpan moet een van buitenaf komende oorzaak hebben, aldus Dekra.
5.8 Op 1 oktober 2020 is de auto onderzocht door expertisebureau RG Expertise (de heer [naam3] ) die rapporteerde (zie 3.13) over zijn vermoeden dat de auto in het verleden betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, dat verschillende beschadigingen in de motorruimte niet dan wel niet goed zijn gerepareerd en dat het aannemelijk is dat de deuk in de carterpan bij dit ongeval is ontstaan. In zijn rapport wordt geen aandacht besteed aan de staat van de banden.
De getuigenverklaringen
5.9 Van Schaik heeft de heer [naam4] , eigenaar van Autobandencentrum De Vries, en de heren [naam2] en [naam5] , beiden automonteur bij AutoService Leeuwarden, als getuigen doen horen. In contra-enquête heeft [appellant] zichzelf en de heer [naam3] als getuigen laten horen.
5.10 [naam4] heeft verklaard dat de door hem waargenomen schade aan de banden van de auto geen normale slijtage betreft maar is ontstaan door driften en/of burnout. Omdat volgens hem stukken rubber ‘eraan hingen’, kan dit niet het gevolg zijn van verkeerd uitlijnen. In dat geval loopt (het profiel naar het hof begrijpt) vanaf de zijkant of de binnenkant af en in dit geval was de band van de auto geheel afgesleten.
5.11 [naam2] heeft verklaard dat hij de auto APK heeft gekeurd, dat hem geen deuk in het carter is opgevallen, dat zo’n deuk geen kleinigheid is en hij dat soort dingen niet over het hoofd ziet. De banden van de auto hadden voldoende profiel omdat hij anders de auto niet had mogen goedkeuren, aldus deze getuige.
5.12 [naam5] heeft verklaard dat hij de onderhoudsbeurt aan de auto heeft uitgevoerd, dat er 1000% zeker geen schade aan het carter was en dat als die schade er wel zou zijn geweest het motorblok al na 20 kilometer ‘in de soep was gelopen’ omdat er niet genoeg olie werd aangevoerd. [naam5] verklaart verder dat hij de auto bij terugkomst heeft gezien en dat hij toen heeft gezien dat vooral de achterbanden waren versleten, dat het rubber van de achterbanden naar de zijkant was gekruld en er gespetterd rubber in de wielkasten zat. Ook heeft hij toen een deuk in de carterpan gezien. Volgens hem kan zo’n deuk door van alles veroorzaakt zijn: een drempel, een stoeprand of een object op de weg.
5.13 [appellant] heeft verklaard dat hij geen acrobatische toeren met de auto heeft uitgehaald, dat hij er wel eens 180 kilometer per uur mee heeft gereden, maar dat hij er niet mee heeft gedrift of off-road gereden, niets heeft geraakt, geen ongeval heeft gehad en niet over een voorwerp heen gereden is. [appellant] heeft verder verklaard dat hij weinig aandacht voor de banden heeft gehad toen de auto na de schade op de trailer stond, dat hij later de linker achterband bekeken heeft en dat hij zich niet kan voorstellen dat hij daarmee heeft rondgereden.
5.14 [naam3] heeft verklaard dat hij een deuk in de carterpan heeft gezien maar dat de onderliggende onderdelen, zoals het subframe, geen schade laten zien, dat een deuk in de carter betekent dat ook het subframe of de voorbumper beschadigd moeten zijn als de deuk in de carter door het rijgedrag zou zijn veroorzaakt en dat de schade naar zijn idee is ontstaan doordat het motorblok bij een eerdere aanrijding uit de steunen is gebroken en is gekanteld. Volgens [naam3] is een deuk in de carterpan bij een APK-keuring niet direct te zien en zou dat toeval zijn geweest. [naam3] heeft vervolgens diverse punten benoemd waaruit volgens hem blijkt dat de auto na de eerdere aanrijding niet of niet goed is gerepareerd. Over de bandenslijtage verklaart [naam3] dat dat niks te maken heeft met het motorprobleem, dat de banden volgens hem schuin zijn afgesleten en dat dat kan zijn doordat ze niet juist zijn uitgelijnd.
De overige stukken
5.15 [appellant] heeft in januari 2013 een filmpje gedeeld op mediaplatform ‘Facebook’ waarop te zien is dat hij met een auto aan het driften is.
5.16 [appellant] heeft een verklaring overgelegd die naar zijn zeggen van [naam3] afkomstig is, met als bijlagen zeven ‘second opinions’ van autobedrijven over de vraag of de distributieriem vervangen is. Al deze ‘second opinions’ hebben hetzelfde format: bovenaan een foto van een distributieriem met daaronder de vraag: ‘Is het mogelijk dat deze distributieriem 3000/4000 km heeft gelopen/gedraaid?’. Vervolgens zijn de gegevens van het autobedrijf vermeld, een naam van de persoon, functie en een gegeven oordeel. Alle ‘second opinions’ zijn gedateerd op 26 januari 2023.
De bewijswaardering
5.17 Uit het feit dat de auto op 26 februari 2020 is goedgekeurd in verband met de APK, moet worden afgeleid dat de banden toen nog voldoende profiel hadden, zoals [naam2] als getuige heeft bevestigd. Ook volgt uit het voorgaande dat de auto enkele maanden later, in april 2020, ernstig versleten banden had, dat bij de linker achterband het karkas van de band zichtbaar was en dat in de wielkasten/kuipen rubberrestanten gespetterd rubber aanwezig was. Dekra en getuige [naam5] zijn daarover duidelijk, terwijl [naam3] over de banden in zijn rapport van 9 oktober 2020 niets vermeldt. Als getuige stelt [naam3] dat sprake is van slijtage als gevolg van verkeerd uitlijnen, maar dat kan niet worden aangenomen. Het hof volgt daarin getuige [naam4] , die een autobandencentrum drijft en als deskundig moet worden gezien. Hij heeft geen twijfel over wat hij bij de banden en in de wielkasten ziet. Er is volgens hem geen sprake van normale slijtage of slijtage door verkeerd uitlijnen maar van slijtage als gevolg van driften of het doen van een burnout met de auto. [appellant] ontkent dat weliswaar, maar kan er geen verklaring voor geven dat de banden na circa 3.800 kilometer rijden met de auto zo’n slijtage vertonen en er rubberrestanten/spetters in de wielkasten zitten. Met een en ander is voor het hof aannemelijk geworden dat [appellant] , naast de erkenning dat hij er wel eens 180 km per uur meer heeft gereden, in de periode na 29 februari 2020 de auto (ook) op extreme wijze heeft gebruikt. Het gegeven dat [appellant] aantoonbaar in het verleden met een andere auto heeft gedrift, past daarbij.
5.18 Tussen partijen is niet in geschil dat de motorschade is veroorzaakt door te weinig smering met olie van de bewegende delen van de motor en dat dat tekort aan smering is terug te voeren op een deuk in de carterpan – die aan de onderzijde van de motor zit – en een deels dichtgedrukte olieaanzuigbuis/zeef. De deskundigen Dekra en [naam3] zijn het erover eens dat die deuk/dat deels dichtgedrukt zijn een van buitenkomende oorzaak heeft.
5.19 Volgens Van Schaik is het onmogelijk dat dit al ten tijde van de aflevering van de auto aan [appellant] aanwezig was, omdat bij een tekortschietende olietoevoer de motor binnen enkele tientallen kilometers overhit zal raken. Daardoor ontstaan allerlei gebreken, zoals het breken van metalen onderdelen. [naam5] heeft dat als getuige bevestigd en in dat verband verklaard dat in zo’n situatie de motor al na 20 kilometer rijden ‘in de soep zal lopen’.
5.20 [naam3] vermoedt echter dat de deuk in de carterpan en de deels dichtgedrukte olieaanzuigbuis al veel langer hebben bestaan en het gevolg zijn van een eerder ongeval, waarna de auto niet goed is gerepareerd. In zijn rapport van 9 oktober 2020 besteedt hij echter geen aandacht aan de mogelijke gevolgen van zulke defecten voor het verder kunnen functioneren van de motor, en daarmee de bruikbaarheid van de auto. In dit geval is door [appellant] tenminste circa 3.800 kilometer met de auto gereden, nog los van het aantal kilometers dat de vorige eigenaar met de auto heeft gereden na de reparatie van het eerdere ongeval waarvan [naam3] gewag maakt. Door het met de auto driften moet worden aangenomen dat [appellant] daardoor ook de motor van de auto zwaar heeft belast. Als het zo is dat – zoals [naam3] als getuige verklaart - de olietoevoer door de deuk in de carterpan deels is geblokkeerd, waardoor de auto te weinig smering heeft gehad, dan is niet te volgen dat [appellant] de auto feitelijk zo lang heeft kunnen gebruiken en zo zwaar heeft kunnen belasten. Die enkele omstandigheden vormen al immers zwaarwegende aanwijzingen dat de deuk in de carterpan en het deels dichtgedrukt zijn van de oliezuigbuis kort voor het optreden van schade aan de motor moeten zijn ontstaan. Bij dit alles is verder van belang dat aan de geloofwaardigheid van [naam3] afbreuk wordt gedaan door zijn stellingname over het verkeerd uitgelijnd zijn van de banden als oorzaak van de extreme bandenslijtage, terwijl de geloofwaardigheid van [appellant] wordt aangetast door zijn aanvankelijk ingenomen stelling dat op het moment dat de motor vastliep, de banden voldoende profiel hadden.
5.21 Van Schaik heeft verder in voldoende mate aangetoond dat de auto een paar dagen voor aflevering aan [appellant] een onderhoudsbeurt heeft gehad, waarbij AutoService Leeuwarden ook de kosten van een nieuwe carterstopring bij Van Schaik in rekening heeft gebracht, naast onder meer het vervangen van de distributieriem. Anders dan [appellant] stelt, is de enkele omstandigheid dat AutoService Leeuwarden dicht bij Van Schaik is gevestigd en zij zakelijk veel met elkaar te maken, geen reden om aan de in dat verband overgelegde factuur te twijfelen. Die factuur wordt immers op relevante onderdelen bevestigd door de in 3.5 bedoelde pakbon. Verder verklaren [naam2] en [naam5] , die de onderhoudsbeurt en de APK-keuring feitelijk hebben uitgevoerd, dat zij toen geen deuk aan de carterpan hebben waargenomen. Daar waar de stopring van de carter is vervangen, is er in ieder geval bij [naam5] ook expliciet aandacht geweest voor de carter, zodat aan zijn verklaring zeker gewicht toekomt.
5.22 [appellant] voert aan dat aan de factuur van AutoService Leeuwarden – en in het verlengde daarvan aan ook de (schriftelijke) verklaringen van [naam2] en [naam5] – geen waarde kan worden gehecht omdat volgens hem is vastgesteld dat de distibutieriem niet is vervangen. Hij verwijst daartoe naar de uitkomst van een nader onderzoek door – naar zijn zeggen – [naam3] en de door deze verkregen zeven ‘second opinions’. Het hof volgt [appellant] daarin niet. Allereerst geldt dat niet blijkt dat de gestelde onderzoeksuitkomst van [naam3] is. Het document is ongedateerd, is niet van een naam en handtekening voorzien en is – anders dan het rapport van 9 oktober 2020 – niet op papier van RG Expertise afgedrukt. Daarnaast blijkt uit niets dat de voor de ‘second opinion’ gebruikte foto ziet op de auto.
5.23 Het hof gaat er dus vanuit dat bij de uitgevoerde onderhoudsbeurt ook aandacht is geweest voor de carterpan en dat het onaannemelijk is dat bij een deels geblokkeerde olietoevoer de auto lang kan worden gebruikt en/of zwaar kan worden belast. Ook gaat het hof ervan uit dat de auto na de koop wel extreem is belast. Daarmee is aannemelijk dat de carterpan bij de verkoop niet was beschadigd. Dit alles afwegende, acht het hof voldoende aannemelijk dat [appellant] de schade aan de motor van zijn auto zelf heeft veroorzaakt. Van Schaik is dus geslaagd in haar bewijsopdracht.
5.24 Met het voorgaande is er geen reden om anders te beslissen dan de kantonrechter heeft gedaan.
De conclusie
5.25 Het hoger beroep slaagt niet. Omdat [appellant] in het ongelijk wordt gesteld, zal het hof hem tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak.
5.26 De proceskostenveroordeling in deze uitspraak kan ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).
6 De beslissing
Het hof:
6.1 bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 29 augustus 2023;
6.2 veroordeelt [appellant] tot betaling van de volgende proceskosten van Van Schaik:
6.3 verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.F. Boele, J.H. Kuiper en M.W. Zandbergen, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 september 2025.
Niet gepubliceerd.
HR 10 juni 2022, ECLI: NL:HR:2022:853.