Arrest inhoud

zittingsplaats Leeuwarden

Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 13 september 2024, betreffende

wonende te [woonplaats] .

De gemachtigde van de betrokkene is mr. L.P. Kabel, kantoorhoudende te Eindhoven.

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard en het verzoek om een proceskostenvergoeding afgewezen.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De gemachtigde van de betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt.

De beoordeling

  1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 150,- voor:

“als bestuurder van een voertuig rijden, terwijl het is voorzien van meer lichten of retroreflectoren voorzieningen dan toegestaan (feitcode N650)”. Deze gedraging zou zijn verricht op 6 januari 2023 om 01:44 uur op de Nieuwe Gouwe O.Z. in Gouda met het voertuig met het kenteken [kenteken] .

  1. De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat de kantonrechter de uitlatingen van de betrokkene over het tweede taxibedrijf verkeerd geïnterpreteerd heeft. De kantonrechter heeft ten onrechte overwogen dat sprake is van twee taxibedrijven. De gemachtigde voert daartoe aan dat de betrokkene één taxibedrijf heeft, dat twee handelsnamen voert. Beide handelsnamen vallen onder hetzelfde taxibedrijf, zo blijkt uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Daarom is volgens de gemachtigde de informatie op het matrixbord van de taxi aan te merken als informatie dat ziet op één bedrijf van de betrokkene, zodat de gedraging niet kan worden vastgesteld.

  2. De onderhavige gedraging ziet op een overtreding van artikel 5.2.65 en 5.6.97 van de Regeling voertuigen (hierna: Rv). Artikel 5.2.65 lid 1 onder a Rv luidt, voor zover van belang, als volgt: “Personenauto’s mogen niet zijn voorzien van: a. meer lichten en retroreflecterende voorzieningen dan in de artikelen 5.2.51, 5.2.51a, 5.2.57 en 5.2.57a is voorgeschreven of toegestaan, (…)”.

  3. Artikel 5.2.57a onder 3 Rv luidt als volgt: “Personenauto’s als bedoeld in artikel 41a van het RVV 1990, mogen zijn voorzien van verlichte transparanten die afzonderlijk zijn geschakeld en niet langer of breder zijn dan het betreffende voertuig”.

  4. In artikel 41a, eerste lid, aanhef en onder e van het RVV 1990 staat -onder meer-: “Verlichte transparanten die informatie bieden over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen worden gevoerd door: (…) e. taxi’s”. (…) In lid 3 staat: “Onverminderd het eerste lid mogen: (…) b. taxi's zijn voorzien van verlichte transparanten die de volgende informatie weergeven: 1° tarieven; 2° naam van het taxibedrijf; en 3° telefoonnummer van het taxibedrijf.”

  5. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:

“Wij, verbalisanten, zagen een taxi rijden op de Nieuwe Gouwe O.Z. te Gouda (…). Wij zagen dat bovenop de taxi in de vorm van een driehoek meerdere led-schermen bevestigd waren. Wij zagen dat op deze led-schermen verschillende reclameafbeeldingen en teksten werden afgebeeld. Wij zagen dat deze beelden afgewisseld werden vertoond. Wij zagen dat de led-schermen licht uitstraalden. Hieruit stelden wij vast dat de led-schermen als licht aangemerkt konden worden zoals genoemd in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen. (…) Tijdens de controle stelden wij vast dat de led-schermen niet voldeden aan de beschrijvingen van verplichte of toegestane verlichting zoals genoemd in artikel 5.2.51 en 5.2.57 Regeling voertuigen. Daarnaast zagen wij dat de led-schermen ook niet voldeden aan de voorgeschreven kleuren voor de verplichte en toegestane verlichting zoals genoemd in artikel 5.2.53 en 5.2.59 Regeling voertuigen. Ik, verbalisant [naam1] , heb de bestuurder die genoemde betrokkene bleek te zijn, geverbaliseerd voor artikel 5.2.65 lid 1a Regeling voertuigen, namelijk het voeren van meer lichten dan toegestaan. Ik, verbalisant [naam2] , heb een foto gemaakt van de ingeschakelde led-schermen die bovenop de taxi waren gemonteerd. Deze foto is bij dit proces-verbaal gevoegd. (…)”

  1. In het dossier bevindt zich een foto van het desbetreffende led-scherm. Op het led-scherm is aan de linkerkant de tekst “Wij wensen u fijne feestdagen” te zien. Aan de rechterkant staat: “ [naam3] ” met daaronder een telefoonnummer en verwijzing naar de website van het bedrijf.

  2. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard omdat de informatie zou zien op een ander taxibedrijf. Om deze reden kan volgens de kantonrechter de gedraging worden vastgesteld. Volgens de gemachtigde is de uitleg van de betrokkene op zitting over twee taxibedrijven onjuist geïnterpreteerd, omdat het om één taxibedrijf met twee handelsnamen gaat. Ter staving heeft de gemachtigde een kopie van het handelsregister van de Kamer van Koophandel overgelegd. Het hof stelt vast dat hieruit volgt dat het gaat om één taxibedrijf dat twee handelsnamen voert, namelijk [naam3] en [naam4] .

  3. In tegenstelling tot hetgeen de gemachtigde heeft betoogd, betekent het voorgaande echter niet dat de onderhavige gedraging niet kan worden vastgesteld. Gelet op het hiervoor onder overweging 5. overwogene mogen taxi’s (slechts) verlichting gebruiken die informatie bieden over de bestemming of het gebruik van het voertuig. De op het led-scherm weergegeven tekst “Wij wensen u fijne feestdagen”, hoewel sympathiek en die zonder twijfel met goede bedoelingen door (het bedrijf van) de betrokkene is geplaatst, kan naar het oordeel van het hof niet worden aangemerkt als informatie over de bestemming of gebruik van het voertuig. Dat deze tekst, zo heeft de gemachtigde nog naar voren gebracht, ook door talloze grote Nederlandse vervoersbedrijven op bussen wordt gezet in de periode rond de feestdagen en een sympathiek gebaar is, maakt, wat daar ook van zij, niet dat de betrokkene van de sanctie gevrijwaard dient te worden.

  4. De kantonrechter heeft het beroep dan ook terecht ongegrond verklaard. Nu deze beslissing echter is gebaseerd op de op dat moment voorhanden zijnde informatie en de kopie van het handelsregister van de Kamer van Koophandel pas in hoger beroep is overgelegd, zal het hof de beslissing bevestigen met verbetering van gronden. Aanleiding voor een proceskostenveroordeling is er niet.

De beslissing

Het gerechtshof:

bevestigt de beslissing van de kantonrechter met verbetering van gronden;

wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.

Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Pranger als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.