Terug naar bibliotheek
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:3715 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 7 mei 2024

Arrest

ECLI:NL:GHARL:2024:37157 mei 2024

Arrest inhoud

zittingsplaats Leeuwarden

Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 31 oktober 2023, betreffende

wonende te [woonplaats] .

De kantonrechter heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Dat beroep was ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (hierna: verweerder) naar aanleiding van de oplegging van een bestuurlijke boete op grond van artikel 154b van de Gemeentewet met kenmerk JB.23.004254.001.

Het verloop van de procedure

Eiseres heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Eiseres heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht. Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om daarop te reageren.

De beoordeling

1. In artikel 154k, tweede lid, van de Gemeentewet is bepaald dat onder meer artikel 14 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) van overeenkomstige toepassing is in een procedure als hier aan de orde.

2. Artikel 14 van de Wahv - zoals die bepaling luidt per 1 januari 2023 - bepaalt, voor zover hier van belang, dat hoger beroep kan worden ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter als de sanctie bij die beslissing hoger is dan € 110,-.

3. Van deze situatie is hier geen sprake. De bestuurlijke boete bedraagt € 100,-. In beginsel is het appelverbod dan ook van toepassing.

4. Eiseres voert aan dat het appelverbod buiten toepassing moet worden gelaten, omdat de informatie die verweerder tijdens de zitting van de kantonrechter naar voren heeft gebracht onjuist was. Hiervan is eiseres pas na de zitting op de hoogte geraakt. Aldus is sprake van nieuwe informatie, waarmee de kantonrechter tijdens de zitting nog niet bekend was.

5. In artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ligt het recht op toegang tot de rechter besloten. Wanneer een beroep wordt gedaan op schending van dit recht en dit beroep wordt gegrond bevonden, kan het wettelijk appelverbod buiten toepassing worden gelaten (vgl. het arrest van het hof van 12 juli 2018, gepubliceerd op rechtspraak.nl met vindplaats ECLI:NL:GHARL:2018:6402).

6. In dit geval is niet gebleken dat eiseres geen toegang tot de rechter heeft gehad. De klacht van eiseres komt er in de kern op neer dat kantonrechter op basis van verkeerde informatie een beslissing heeft genomen. Dit vormt geen reden om het appelverbod buiten toepassing te laten. Het hoger beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

De beslissing

Het gerechtshof:

verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Starreveld als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.