Artikel 7
Voor de toepassing van deze wet wordt als werknemer beschouwd: a. degene, die krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet uitkering ontvangt; b. in door Onze Minister aan te wijzen gevallen degene die:
1° in een kalenderweek ten minste vijf arbeidsuren minder heeft dan zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek of een aantal arbeidsuren heeft dat ten hoogste gelijk is aan de helft van zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet, doch aan wie geen uitkering wordt verleend op grond van enige bepaling van die wet; of 2° als gevolg van de regels gesteld in de ministeriële regeling op grond van artikel 1a, tweede lid, van de Werkloosheidswet geen arbeidsuren minder heeft als bedoeld onder 1°.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:CRVB:2025:1352 - Centrale Raad van Beroep - 3 september 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1132 - Intrekking WW- en ZW-uitkeringen wegens ontbreken privaatrechtelijke dienstbetrekking - 31 juli 2025
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht een WW- en ZW-uitkering heeft ingetrokken. De Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen appellant en zijn vermeende werkgever, waardoor appellant niet verzekerd was.