Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk X. Bestuurlijke handhaving
§ 1. Last onder bestuursdwang
Artikel 170

Artikel 170

Laatste versie

1. Tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, behoort de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met

a. het belang van de veiligheid op de weg, of b. het belang van de vrijheid van het verkeer, of c. het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

2. De artikelen 5:24, 5:25, tweede tot en met vierde lid, 5:29, vijfde lid, 5:30, derde lid, en 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing. Bij de toepassing van artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht treedt de rechthebbende die het voertuig afhaalt, in de plaats van de overtreder. Voor de toepassing van artikel 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de omstandigheid dat een voertuig niet is afgehaald, gelijkgesteld met de omstandigheid dat het voertuig niet kan worden teruggegeven.

3. Burgemeester en wethouders plegen regelmatig overleg met de officier van justitie over de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid.

4. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat in een daartoe aangelegd register aantekening wordt gehouden van de gevallen waarin de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend.

5. Bij toepassing van het eerste lid wordt onder rechthebbende verstaan: degene die ofwel eigenaar is van het voertuig ofwel anders dan als bezitter het voertuig ten tijde van de overtreding ten gebruike onder zich had. Hierbij geldt artikel 1, tweede lid, niet.

6. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid wordt niet uitgeoefend, indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging een aanvang wordt gemaakt. Hij is alsdan de kosten verbonden aan de voorbereiding van de overbrenging, verschuldigd. De artikelen 4:116, 4:118 tot en met 4:124, en 5:10 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2006. Zie het overzicht van wijzigingen]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:995 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 8 februari 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:9958 februari 2024Dit wetsartikel wordt 16 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:5934 - Rechtbank Limburg - 1 september 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:59341 september 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:361 - Raad van State - 30 januari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:36130 januari 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:2414 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 17 april 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:241417 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:1510 - Raad van State - 9 april 2024

ECLI:NL:RVS:2024:15109 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:938 - Raad van State - 5 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:9385 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:20022 - Rechtbank Den Haag - 17 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:2002217 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:3575 - Raad van State - 3 september 2024

ECLI:NL:RVS:2024:35753 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:2219 - Raad van State - 28 mei 2024

ECLI:NL:RVS:2024:221928 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:2218 - Raad van State - 28 mei 2024

ECLI:NL:RVS:2024:221828 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak