Artikel 15
1. De betaling van de in artikel 7 bedoelde billijke vergoeding dient te geschieden aan een door Onze Minister van Justitie en Veiligheid aan te wijzen representatieve rechtspersoon die met uitsluiting van anderen met de inning en verdeling van deze vergoeding is belast. Ten aanzien van de vaststelling van de hoogte van de vergoeding en de inning daarvan alsmede de uitoefening van het uitsluitend recht vertegenwoordigt de in de vorige zin bedoelde rechtspersoon de rechthebbenden in en buiten rechte.
2. De in het eerste lid bedoelde rechtspersoon staat onder toezicht van het College van Toezicht, bedoeld in de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.
3. De verdeling van de geïnde vergoedingen geschiedt overeenkomstig een reglement dat is opgesteld door de rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid, en dat is goedgekeurd door het College van Toezicht, bedoeld in de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:1300 - Sena's exclusieve bevoegdheid tot vaststelling billijke vergoeding naburige rechten
De Hoge Raad oordeelt dat Sena op grond van art. 15 lid 1 Wnr exclusief bevoegd is om de hoogte van de billijke vergoeding voor naburige rechten vast te stellen. Individuele rechthebbenden kunnen hierover zelf geen afspraken maken met gebruikers.
ECLI:NL:HR:2014:735
ECLI:NL:HR:2003:AK3694
ECLI:NL:HR:2000:AP0565
ECLI:NL:HR:2021:1668 - Billijke vergoeding dance-evenementen: schatting Sena-repertoire en individuele correctiemogelijkheid
Hoge Raad oordeelt dat een schatting van het hof over het aandeel vergoedingsplichtige muziek aanvaardbaar is. De redelijkheid van de schatting wordt ondersteund door een individuele correctiemogelijkheid, waardoor eventuele ongunstige gevolgen kunnen worden weggenomen. Een klacht over een niet-dragende overweging faalt.
ECLI:NL:HR:2022:1938 - Hoge Raad: Muziek in gemeenschappelijke woonkamer zorginstelling is openbaarmaking
Het afspelen van muziek in gemeenschappelijke woonkamers van een zorginstelling kwalificeert als 'mededeling aan het publiek'. De bewoners, hun bezoek en personeel vormen geen private groep. De zorginstelling speelt een centrale rol, waardoor een auteursrechtelijke vergoeding is verschuldigd.