Artikel 10.37
1. Het is verboden zich door afgifte aan een ander van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen te ontdoen.
2. Het verbod geldt niet indien bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen worden afgegeven aan een persoon:
a. die krachtens artikel 10.45 of 10.48 bevoegd is de betrokken afvalstoffen in te zamelen; b. die bevoegd is de betrokken afvalstoffen nuttig toe te passen of te verwijderen:
1°. krachtens hoofdstuk 8 van deze wet of artikel 4.3 van de Omgevingswet of op grond van een omgevingsvergunning; 2°. op grond van een krachtens artikel 10.2, tweede lid, verleende vrijstelling of een ontheffing krachtens artikel 10.63, eerste of tweede lid, van het verbod, bedoeld in artikel 10.2, eerste lid; 3°. krachtens artikel 10.52; 4°. op grond van een krachtens artikel 10.54, derde lid, verleende vrijstelling of een ontheffing krachtens artikel 10.63, tweede lid, van het verbod, bedoeld in artikel 10.54, eerste lid;
c. die krachtens artikel 10.50 is vrijgesteld van de verplichtingen, gesteld bij of krachtens de artikelen 10.38 tot en met 10.40, 10.45, 10.46 en 10.48; d. die op grond van een omgevingsvergunning bevoegd is afvalstoffen aan boord van een vaartuig of luchtvaartuig te nemen met het oogmerk ze te lozen; e. die in een ander land dan Nederland is gevestigd, en die overeenkomstig de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen en titel 10.7 die afvalstoffen naar dat land brengt; f. die krachtens artikel 10.55 bevoegd is de betrokken afvalstoffen te vervoeren of te verhandelen.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2007. Zie het overzicht van wijzigingen]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:765 - Strafrechtelijke immuniteit gemeente bij handhaving milieurecht (Probo Koala) - 23 september 2013
De Hoge Raad bevestigt dat een gemeente strafrechtelijke immuniteit geniet voor het gedogen van een overtreding van de Wet milieubeheer. Deze handhavingsbeslissing is een exclusieve bestuurstaak die naar haar aard alleen door een bestuursorgaan kan worden verricht, conform de criteria uit het Pikmeer II-arrest.
ECLI:NL:RBOVE:2023:5175 - Rechtbank Overijssel - 17 december 2023
ECLI:NL:GHSHE:2024:3107 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 3 oktober 2024
ECLI:NL:HR:2019:1363 - Opzet bij valsheid in geschrifte door een rechtspersoon - 7 oktober 2019
De Hoge Raad oordeelt dat voor een bewezenverklaring van valsheid in geschrifte door een rechtspersoon het opzet bewezen moet worden. De algemene verantwoordelijkheid van een onderneming om de wet na te leven is op zichzelf onvoldoende om het (voorwaardelijk) opzet op de valsheid te motiveren.