Artikel 55 (Betredingsbevoegdheid ter aanhouding verdachte)
1. In geval van ontdekking op heeter daad van een misdrijf kan ieder, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner en van de plaatsen, genoemd in artikel 12 van de Algemene wet op het binnentreden (Stb. 1994, 572).
2. Zoowel in geval van ontdekking op heeter daad als buiten dat geval kan iedere opsporingsambtenaar, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden.
Uitleg in duidelijke taal
1. In geval van ontdekking op heeter daad van een misdrijf kan ieder, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner en van de plaatsen, genoemd in artikel 12 van de Algemene wet op het binnentreden (Stb. 1994, 572).
Dit betekent letterlijk: In geval van ontdekking op heeter daad van een misdrijf kan ieder, met het doel ter aanhouding van den verdachte over te gaan, elke plaats betreden. Een uitzondering hierop is een woning zonder toestemming van de bewoner en de plaatsen, genoemd in artikel 12 van de Algemene wet op het binnentreden (Stb. 1994, 572).
2. Zoowel in geval van ontdekking op heeter daad als buiten dat geval kan iedere opsporingsambtenaar, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden.
Dit houdt letterlijk in: Zoowel in geval van ontdekking op heeter daad als buiten dat geval kan iedere opsporingsambtenaar, met het doel ter aanhouding van den verdachte over te gaan, elke plaats betreden.