Wetboek van Strafvordering

1. Het openbaar ministerie bevordert dat de politie in een zo vroeg mogelijk stadium het slachtoffer en de verdachte mededeling doet van de mogelijkheden tot herstelrechtvoorzieningen waaronder bemiddeling.

Dit lid bepaalt dat het openbaar ministerie ervoor zorgt (bevordert) dat de politie zo snel mogelijk (in een zo vroeg mogelijk stadium) aan het slachtoffer en de verdachte laat weten (mededeling doet) welke mogelijkheden er zijn voor herstelrechtvoorzieningen, waaronder ook bemiddeling valt.

2. Indien een bemiddeling tussen het slachtoffer en de verdachte tot een overeenkomst heeft geleid, houdt de rechter, indien hij een straf en maatregel oplegt, daarmee rekening.

Dit lid stelt dat als een bemiddeling tussen het slachtoffer en de verdachte resulteert in een overeenkomst, de rechter hiermee rekening houdt op het moment dat hij een straf en een maatregel oplegt.

3. Het openbaar ministerie bevordert bemiddeling tussen het slachtoffer en de verdachte of veroordeelde, nadat het zich ervan heeft vergewist dat dit de instemming heeft van het slachtoffer.

Dit lid geeft aan dat het openbaar ministerie bemiddeling tussen het slachtoffer en de verdachte of veroordeelde stimuleert (bevordert). Dit gebeurt pas nadat het openbaar ministerie heeft gecontroleerd (zich ervan heeft vergewist) dat het slachtoffer hiermee instemt (de instemming heeft).

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende herstelrechtvoorzieningen waaronder bemiddeling tussen het slachtoffer en de verdachte of tussen het slachtoffer en de veroordeelde.

Dit lid bepaalt dat er via een algemene maatregel van bestuur, of op basis daarvan (krachtens), verdere (nadere) regels zullen worden vastgesteld. Deze regels gaan over herstelrechtvoorzieningen, inclusief bemiddeling, tussen het slachtoffer en de verdachte, of tussen het slachtoffer en de veroordeelde.