Artikel 66 (Termijn indiening klacht)
1. De klacht kan worden ingediend gedurende drie maanden na de dag waarop de tot klacht gerechtigde kennis heeft genomen van het gepleegde feit.
2. Indien degene tegen wie het feit is begaan, nadat de termijn een aanvang heeft genomen, is overleden, dan wel het recht tot het indienen van de klacht heeft verloren, verkregen of herkregen, loopt deze termijn zonder verlenging door.
Uitleg in duidelijke taal
1. De klacht kan worden ingediend gedurende drie maanden na de dag waarop de tot klacht gerechtigde kennis heeft genomen van het gepleegde feit.
Dit betekent dat de klacht kan worden ingediend gedurende een termijn van drie maanden. Deze termijn start op de dag volgend op de dag waarop de tot klacht gerechtigde kennis heeft genomen van het gepleegde feit.
2. Indien degene tegen wie het feit is begaan, nadat de termijn een aanvang heeft genomen, is overleden, dan wel het recht tot het indienen van de klacht heeft verloren, verkregen of herkregen, loopt deze termijn zonder verlenging door.
Dit houdt in dat indien degene tegen wie het feit is begaan, nadat de termijn een aanvang heeft genomen, is overleden, dan wel het recht tot het indienen van de klacht heeft verloren, verkregen of herkregen, deze termijn zonder verlenging doorloopt.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBZWB:2025:5109 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 6 augustus 2025
ECLI:NL:GHSHE:2025:2728 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 7 oktober 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1981 - Hof Den Haag: Vervolging voor smaad afgewezen door te late klacht - 24 september 2025
Het gerechtshof wijst een beklagprocedure ex artikel 12 Sv af omdat de klacht wegens smaad, een klachtdelict, niet binnen de wettelijke termijn van drie maanden is ingediend. De termijnoverschrijding staat aan een succesvolle vervolging in de weg, waardoor een inhoudelijke beoordeling van de zaak achterwege blijft.