Artikel 420quinquies (Ontzetting rechten beroep bij witwasveroordeling)
Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 420bis tot en met 420quater.1 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken en kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf heeft begaan.
Uitleg in duidelijke taal
Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 420bis tot en met 420quater.1 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken en kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf heeft begaan.
Dit artikel houdt in dat, wanneer er een veroordeling plaatsvindt wegens een van de misdrijven omschreven in de artikelen 420bis tot en met 420quater.1, de ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten kan worden uitgesproken. Tevens kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf heeft begaan.