Artikel 294 (Aanzetten tot en hulp bij zelfdoding)
1. Hij die opzettelijk een ander tot zelfdoding aanzet, wordt, indien de zelfdoding volgt, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Hij die opzettelijk een ander bij zelfdoding behulpzaam is of hem de middelen daartoe verschaft, wordt, indien de zelfdoding volgt, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie. Artikel 293, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die opzettelijk een ander tot zelfdoding aanzet, wordt, indien de zelfdoding volgt, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit artikelonderdeel stelt dat een persoon die een ander opzettelijk aanzet tot zelfdoding, gestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie, maar alleen indien de zelfdoding volgt.
2. Hij die opzettelijk een ander bij zelfdoding behulpzaam is of hem de middelen daartoe verschaft, wordt, indien de zelfdoding volgt, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie. Artikel 293, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat een persoon die een ander opzettelijk bij zelfdoding behulpzaam is of die ander opzettelijk de middelen voor zelfdoding verschaft, gestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie, mits de zelfdoding volgt. Verder is artikel 293, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.